ECLI:NL:RBDHA:2017:5597
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Chr.A.J.F.M. Hensen
- C.W. de Wit
- A. Dantuma-Hieronymus
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in jachtzaak betreffende houtsnippen op landgoed Duivenvoorde
Op 24 mei 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het doden van beschermde houtsnippen tijdens een jachtpartij op 30 januari 2015 op het landgoed Duivenvoorde te Voorschoten. De zaak kwam ter terechtzitting na verwijzing van de economische politierechter. De officier van justitie, mr. M.C. Plantenga, vorderde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig bevonden zou worden aan het ten laste gelegde feit. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. P.C.H. van Schooten, pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Tijdens de zitting werd getuige [getuige] gehoord, die verklaarde dat hij tijdens het fotograferen van vogels schoten hoorde en jagers in het weiland zag. Hij zag houtsnippen opvliegen en een gewonde houtsnip die door een medeverdachte uit het water werd gehaald. De getuige had foto's van het incident gemaakt en deze op zijn website geplaatst, wat leidde tot de aangifte door [betrokkene], lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal namens de Partij voor de Dieren.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel vaststond dat er op de betreffende dag en plaats door de verdachte en zijn medeverdachten was gejaagd, er onvoldoende bewijs was dat de houtsnippen door schoten waren gedood. De rechtbank kon niet vaststellen of de verdachte daadwerkelijk op de houtsnip had gejaagd. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.