ECLI:NL:RBDHA:2017:5598
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Chr.A.J.F.M. Hensen
- C.W. de Wit
- A. Dantuma-Hieronymus
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in jachtzaak betreffende houtsnippen op landgoed Duivenvoorde
Op 24 mei 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het doden van beschermde houtsnippen tijdens een jachtpartij op 30 januari 2015 op het landgoed Duivenvoorde te Voorschoten. De zaak kwam ter terechtzitting na verwijzing van de economische politierechter. De officier van justitie, mr. M.C. Plantenga, vorderde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig werd bevonden aan het ten laste gelegde feit. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. P.C.H. van Schooten, pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging.
Tijdens de zitting werd getuige [getuige] gehoord, die verklaarde dat hij tijdens de jacht knallen had gehoord en jagers had gezien die op houtsnippen richtten. Hij zag een gewonde houtsnip in het water en verklaarde dat de verdachte deze vogel had opgevangen, maar later had achtergelaten. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er op de betreffende dag en plaats door de verdachte en zijn medeverdachten was gejaagd, er onvoldoende bewijs was dat de houtsnip door schoten was gedood. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of de verdachte daadwerkelijk schuldig was aan het ten laste gelegde feit.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldiging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het feit had begaan. Dit vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M. Heirman-Huisman, en is op 24 mei 2017 openbaar gemaakt.