Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de man] ,
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft een Jemenitische eiser asiel aangevraagd in Nederland en is in beroep gegaan tegen de beslissing van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om zijn aanvraag niet in behandeling te nemen. De eiser heeft aangevoerd dat de situatie in Italië, waar hij eerder asiel heeft aangevraagd, zodanig is verslechterd dat hij een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling. Hij heeft hierbij verwezen naar een rapport van Amnesty International van 3 november 2016, waarin tekortkomingen in het Italiaanse asiel- en opvangsysteem worden beschreven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eiser niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de situatie in Italië zo ernstig is dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden gehanteerd. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in eerdere uitspraken vastgesteld dat de omstandigheden in het Italiaanse opvangsysteem niet zodanig zijn dat overdracht aan Italië in strijd is met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest van de Europese Unie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tekortkomingen in de opvangvoorzieningen niet zo ernstig zijn dat deze aan de overdracht van de eiser in de weg staan. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om de overdracht te verbieden. De uitspraak is gedaan op 13 april 2017.