ECLI:NL:RBDHA:2017:6295

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 juni 2017
Publicatiedatum
12 juni 2017
Zaaknummer
AWB - 17 _ 577
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Naheffingsaanslag parkeerbelasting en vermeende onjuiste intoetsing van kenteken

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde B. de Jong, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Gouda. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat tijdens een controle op 17 november 2016 was vastgesteld dat er geen geldig parkeerkaartje in de auto van eiser aanwezig was. Eiser voerde aan dat zijn vriend de parkeerbelasting had voldaan via SMS parking, maar dat er een foutief kenteken was ingevoerd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de parkeerbelasting voor de auto van eiser was voldaan. De rechtbank overwoog dat de door eiser overgelegde uitdraai van SMS parking onvoldoende inzicht gaf in de situatie en dat het mogelijk was dat de auto met het foutieve kenteken op hetzelfde tijdstip in Gouda was geparkeerd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd om zijn standpunt te onderbouwen. De uitspraak werd gedaan door mr. M.A. Dirks, in aanwezigheid van griffier mr. B. van Eeuwijk, en is openbaar uitgesproken op 1 juni 2017. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 17/577

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juni 2017 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: B. de Jong),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Gouda, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 13 januari 2017 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting (aanslagnummer [aanslagnummer] ).

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 mei 2017.
Namens eiser is zijn gemachtigde verschenen.
Namens verweerder is mr. J.I. van der Zanden verschenen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Op 17 november 2016 omstreeks 10.09 uur stond de auto van eiser met kenteken [kenteken 1] geparkeerd aan de [adres] te Gouda. Deze locatie is door burgemeester en wethouders van Gouda aangewezen als plaats waar alleen mag worden geparkeerd tegen betaling van parkeerbelasting.
2. Tijdens een controle op genoemd tijdstip heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat in de auto geen geldig parkeerkaartje aanwezig was en de auto niet was aangemeld voor mobiel parkeren. Naar aanleiding hiervan is de naheffingsaanslag opgelegd.
3. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
4. Eiser voert aan dat zijn vriend, die meereed in de auto, de parkeerbelasting heeft voldaan via SMS parking. Hierbij is echter een foutief kenteken van de auto ingetypt, in plaats van [kenteken 1] is [kenteken 2] ingetoetst. Eiser overlegt een geanonimiseerde uitdraai van SMS parking, waarop alle parkeeracties behalve een zijn zwartgemaakt. Die ene parkeeractie vermeldt dat voor kenteken [kenteken 2] op de onder 1 genoemde datum, plaats en tijdstip parkeerbelasting is voldaan. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij hiermee aannemelijk maakt dat parkeerbelasting is voldaan. Eiser verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 26 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:316).
5. Verweerder bestrijdt de standpunten van eiser. Uit de door eiser overgelegde uitdraai van SMS parking is niet af te leiden dat de parkeerbelasting voor de auto van eiser is voldaan. Verweerder stelt dat niet uitgesloten is dat de auto met kenteken [kenteken 2] , die op naam staat van een in Zuid-Holland gevestigd bedrijf, ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag in Gouda heeft geparkeerd en ook op andere dagen in Gouda heeft geparkeerd en dat dit zou kunnen blijken uit een uitdraai van SMS parking waarop de overige parkeeracties niet zwart zijn gemaakt. Verweerder stelt voorts dat uit recent nog door verweerder opgevraagde aanmelddata van SMS parking blijkt dat in december het kenteken [kenteken 2] in Gouda (wederom) is aangemeld voor een parkeeractie. Verweerder wijst erop dat niet eerder om die slechts drie maanden beschikbare gegevens kon worden gevraagd omdat door eiser in bezwaar nog niet de stelling was betrokken dat sprake was van een aanmelding mobiel parkeren, zij het met een typefout. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
6. De rechtbank overweegt als volgt. Indien de uitdraai die eiser heeft ingebracht de andere parkeeracties zichtbaar had gelaten was mogelijk meer inzicht verschaft in de vraag of wel of niet aannemelijk is dat sprake is van een vergissing als gesteld. Met verweerder oordeelt de rechtbank dat een vergissing minder aannemelijk is als de uitdraai vele parkeeraanmeldingen bevat op het kenteken [kenteken 2] . Eiser heeft ter zitting weliswaar gesteld de auto met kenteken [kenteken 2] niet te kennen, ondenkbaar is dit echter niet. Het is mogelijk dat beide auto’s in Gouda op hetzelfde tijdstip hebben geparkeerd. Daarbij weegt mee dat uit door verweerder opgevraagde aanmeldgegevens is gebleken dat in december 2016 laatstgenoemd kenteken opnieuw is aangemeld in Gouda.
7. Eiser heeft ter zitting gesteld dat de app van SMS parking een ingetoetst kenteken onthoudt en dat daardoor in december 2016 nogmaals dezelfde fout is gemaakt. Pas op 10 december 2016 toen hij een duplicaat van de naheffingsaanslag ontving werd hij bewust van het foutief ingevoerde kenteken in de app van SMS parking. Na 10 december 2016 is het onjuist ingevoerde kenteken derhalve niet meer gebruikt. De rechtbank overweegt dat het zeker niet ondenkbaar is dat de vriend van eiser in de periode tussen 16 november en de parkeeractie in december 2016 zelf zijn auto ook in deze zone heeft geparkeerd waarmee het niet aannemelijk is dat het ‘foutieve kenteken’ in de app is blijven staan. Dat eiser de gegevens alleen als ingebracht kan overleggen omdat zijn vriend vreest voor misbruik van privacy gevoelige gegevens dient daarbij voor rekening en risico van eiser te blijven. Het is derhalve onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is geweest van een foutieve invoer zodat niet geoordeeld kan worden dat de aanmelding eisers auto betrof.
8. Gelet op wat hiervoor is overwogen is het beroep ongegrond verklaard.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A. Dirks, rechter, in aanwezigheid van mr. B. van Eeuwijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2017.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.