Uitspraak
Rechtbank den haag
XXlmo B.V.,
De Politie,
1.De procedure
2.De feiten
4.De beoordeling van het geschil
Exceptio plurium litis consortium. Volgens vaste rechtspraak kan dit verweer enkel slagen in geval het een ondeelbare rechtsverhouding betreft. Van ondeelbaarheid van een rechtsverhouding in die zin dat daarover door de rechter slechts kan worden beslist in een geding waarin alle bij deze rechtsverhouding betrokken partij zijn, is sprake indien het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten aanzien van al die betrokkenen in dezelfde zin luidt. Dit mag slechts worden aangenomen indien aard en inhoud van de rechtsverhouding daartoe nopen. Dat brengt mee dat de vraag of van zodanige ondeelbaarheid kan worden gesproken, zich niet altijd leent voor beantwoording in algemene zin. De bijzonderheden van het gegeven geval kunnen van doorslaggevende betekenis zijn (HR 26 maart 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC091).
reeds bij inschrijvingaan alle in de Opdracht gestelde eisen moet zijn voldaan. XXlmo stelt dat zij steeds aan eis E39 heeft voldaan, maar dit is door de Politie uitdrukkelijk en gemotiveerd betwist. Nu XXlmo niet heeft aangetoond dat zij wel aan de betreffende eis heeft voldaan ten tijde van haar inschrijving, kan niet van de juistheid van haar stelling op dit punt worden uitgegaan. XXlmo stelt weliswaar dat zij een netwerk heeft van bijna 4.300 tankstations in Nederland, maar heeft niet aangetoond dat zij in ieder geval een aantal van 4.120 tankstations kon inzetten voor de onderhavige Opdracht. Dit volgt immers niet uit de door XXlmo aan de Politie verstrekte lijsten van tankstations. Dat XXlmo nog bezig was met het optimaliseren van de lijsten en er pas later, op het moment van ‘go-live”, volgens haar een definitieve lijst verstrekt zou kunnen en dienen te worden kan haar evenmin baten, nu zoals hiervoor overwogen bepalend is het moment van inschrijving en niet het moment van de uiteindelijke uitgifte van de tankpassen. In de door XXlmo voorgestane situatie zou het voor de Politie bovendien niet mogelijk zijn te verifiëren of de inschrijving aan de gestelde eisen voldeed, hetgeen niet strookt met de in paragraaf 6.4 van de Leidraad beschreven beoordeling van de inschrijvingen.