ECLI:NL:RBDHA:2017:6566
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. W.N. van der Voet, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling. Eiseres betoogde dat de staatssecretaris op grond van artikel 17 van de Dublinverordening de verantwoordelijkheid had moeten nemen, onder verwijzing naar haar medische problemen en de aanwezigheid van familie in Nederland. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat Italië verantwoordelijk was, omdat eiseres daar een visum had verkregen. De rechtbank oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden niet zodanig bijzonder waren dat de overdracht aan Italië als kennelijk hard zou worden beschouwd. Bovendien werd geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een ernstige mentale of lichamelijke aandoening die zou leiden tot schending van artikel 4 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.