ECLI:NL:RBDHA:2017:7166
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot bevelen instemming met schuldregeling op basis van artikel 287a Faillissementswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot het bevelen van instemming met een door verzoeker aangeboden schuldregeling, als bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet. Verzoeker, die een totale schuld heeft van € 87.781,19 aan 18 schuldeisers, had een voorstel gedaan om een eenmalige uitkering van € 25.000,00 beschikbaar te stellen aan zijn schuldeisers. De Belastingdienst, Koninklijk verbond van ondernemers en (X) hebben echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, wat aanleiding gaf tot de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorstel van verzoeker onvoldoende goed en betrouwbaar gedocumenteerd was. Het BBZ-krediet van € 25.000,- dat verzoeker wilde gebruiken om zijn schuldregeling te financieren, was nog niet verstrekt en er was geen zekerheid dat dit krediet daadwerkelijk zou worden verstrekt. Bovendien was niet aangetoond dat verzoeker niet in staat zou zijn om een hoger krediet te verkrijgen. De rechtbank concludeerde dat de schuldeisers in redelijkheid tot hun weigering van instemming met de schuldregeling konden komen, gezien het feit dat hun vorderingen samen meer dan 46% van de totale schuldenlast van verzoeker vertegenwoordigden. Het verzoek om een bevel op voet van artikel 287a Fw werd afgewezen en het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling werd als ingetrokken beschouwd.