Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb),
Procesverloop
Overwegingen
U woont in huis met’, alleen de naam van zijn kleindochter ingevuld. Dit terwijl [persoon 2] op dat moment al bij eiser in zijn woning verbleef. Ook op een later moment heeft eiser hier uit eigen beweging geen melding van gemaakt bij verweerder. Daarmee staat volgens verweerder vast dat eiser de inlichtingenverplichting heeft geschonden. Niet van belang daarbij is of eiser (zelf) de mening is toegedaan dat sprake was van een gezamenlijke huishouding. Uit de formulering van artikel 49 van de AOW blijkt dat de inlichtingenverplichting niet enkel bestaat uit het melden van feiten en omstandigheden waarvan (voor eiser) op voorhand al duidelijk is dat dit gevolgen zal hebben voor het recht op AOW-pensioen. De inlichtingenverplichting houdt namelijk ook in dat melding wordt gemaakt van feiten en omstandigheden die
mogelijkvan invloed kunnen zijn op het recht op AOW-pensioen.