ECLI:NL:RBDHA:2017:7231
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
Op 3 juli 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een vreemdeling met een V-nummer, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 14 juni 2017 was afgewezen. De staatssecretaris verklaarde de aanvraag niet-ontvankelijk, waarop verzoeker beroep instelde tegen dit besluit en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 27 juni 2017, waar zowel verzoeker als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden, mr. K. Yousef en mr. B. van Beers. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak (NL17.3187) het beroep in de bodemzaak ongegrond verklaard. Aangezien het beroep ongegrond is verklaard, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, in aanwezigheid van griffier mr. D.D. van Loopik, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.