ECLI:NL:RBDHA:2017:7534
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning op basis van gewijzigde economische omstandigheden en rechtens relevant novum
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Turkse man, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'arbeid als zelfstandige'. Eiser had zijn aanvraag ingediend op 24 juni 2015, maar deze was afgewezen in het primaire besluit van 29 juli 2016. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 7 november 2016. Eiser stelde dat er sprake was van een veranderde economische situatie, onderbouwd met een e-mail van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet had betwist dat de economische situatie was gewijzigd en dat de informatie van het EIB relevant was voor de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank volgde de verweerder niet in zijn standpunt dat er geen rechtens relevant novum was, omdat de feitelijke marktsituatie en marktverwachting van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de gewijzigde omstandigheden in acht genomen moeten worden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.