ECLI:NL:RBDHA:2017:7642
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Verlenging van een gebiedsverbod en verzoek om voorlopige voorziening
Op 11 juli 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van een gebiedsverbod voor de verzoeker. Dit gebiedsverbod was eerder op 15 mei 2017 voor de derde keer verlengd, en verzoeker had hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 6 juli 2017, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P.L.G. Rens, en de burgemeester van Den Haag werd vertegenwoordigd door mr. S. Buvelot.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van spoedeisend belang en dat het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld moest worden aan de hand van een voorlopig rechtmatigheidsoordeel. De rechter constateerde dat verzoeker in het verleden meerdere keren een gebiedsverbod had gekregen en dat hij zich hier niet aan had gehouden, wat leidde tot detentie. De rechter overwoog dat het gebiedsverbod bedoeld is om overlast te beëindigen en dat hulpverlening noodzakelijk is voor verzoeker, vooral in het licht van zijn drankverslaving en het ontbreken van een woning.
Uiteindelijk concludeerde de voorzieningenrechter dat het besluit van 15 mei 2017 naar verwachting in bezwaar zal standhouden en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak werd gedaan door mr. G. van Zeben-de Vries, in aanwezigheid van griffier mr. B.J. Dekker, en er werd geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open gesteld.