ECLI:NL:RBDHA:2017:7672
Rechtbank Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van schuldsaneringsregeling en dwangakkoord; bevoegdheid afgeven 285-verklaring en uitvoeren minnelijk traject
Op 10 juli 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een rekestprocedure waarin verzoeker een verzoekschrift indiende tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en een dwangakkoord. De rechtbank moest beoordelen of de verzoekschriften voldeden aan de wettelijke eisen, met name de 285-verklaring en de uitvoering van het minnelijk traject. De 285-verklaring was afgegeven door een bevoegd persoon, maar de rechtbank stelde vast dat het minnelijk traject niet door een daartoe bevoegde persoon was uitgevoerd. De wetgeving beperkt de kring van personen die een minnelijk traject mogen uitvoeren, en de rechtbank concludeerde dat de beschermingsbewindvoerder niet de bevoegdheid had om het traject uit te voeren. De rechtbank benadrukte het belang van goede schuldhulpverlening en dat alleen bevoegde personen het minnelijk traject mogen uitvoeren. Gezien deze bevindingen verklaarde de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoeken.