ECLI:NL:RBDHA:2017:7715

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juli 2017
Publicatiedatum
12 juli 2017
Zaaknummer
NL17.3511
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Braziliaanse en Syrische nationaliteit met beroep op onveilige situatie in Brazilië

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die de Braziliaanse en Syrische nationaliteit heeft. Eiser heeft op 6 juni 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 20 juni 2017 is afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser stelt dat hij niet naar Brazilië kan terugkeren vanwege onveilige situaties voor zijn gezin, ondanks dat hij de Braziliaanse nationaliteit bezit en Brazilië als een veilig land van herkomst wordt beschouwd.

Tijdens de zitting op 29 juni 2017 heeft de verweerder gemotiveerd verweer gevoerd. Eiser heeft aangevoerd dat hij nog nooit in Brazilië is geweest en dat hij zijn Braziliaanse nationaliteit via zijn grootvader heeft verworven. Hij vreest dat de Braziliaanse autoriteiten niet in staat zijn om een grote stroom van migranten en asielzoekers op te vangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de Braziliaanse nationaliteit heeft en dat Brazilië als veilig wordt beschouwd. De rechtbank oordeelt dat de verweerder terecht heeft geoordeeld dat eiser naar Brazilië moet terugkeren, aangezien hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij of zijn gezin daar een reëel risico op ernstige schade loopt.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAGBestuursrecht
zaaknummer: NL17.3511

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2017 in de zaak tussen

[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. A. Jankie),
en

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. E. de Jong).

ProcesverloopBij besluit van 20 juni 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft ter zitting gemotiveerd verweer gevoerd
.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL17.3512, plaatsgevonden op 29 juni 2017. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1986 en heeft de Syrische en Braziliaanse nationaliteit. Eiser heeft op 6 juni 2017 een aanvraag tot het verlenen van een asielvergunning voor bepaalde tijd ingediend.
2. Niet in geschil is dat eiser de Braziliaanse nationaliteit heeft en dat hij met zijn Braziliaanse paspoort uit Syrië is gevlucht. Eiser wil dat zijn Syrische nationaliteit leidend wordt geacht bij zijn asielverzoek. Hij is nog nooit in Brazilië geweest. Hij heeft de Braziliaanse nationaliteit via zijn grootvader verworven en de enige reden dat hij een Braziliaans paspoort heeft aangevraagd was om uit Syrië te kunnen reizen. Eiser vreest in Brazilië voor onveilige situaties voor zijn gezin, omdat de autoriteiten in Brazilië niet toegerust zijn op de opvang van (een grote stroom) van migranten en asielzoekers.
3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat nu eiser de Braziliaanse nationaliteit heeft en Brazilië als een veilig land van herkomst wordt beschouwd, hij daar naartoe dient te reizen. Eiser heeft voorts volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat hij, of zijn gezin, in Brazilië een reëel risico op ernstige schade loopt.
4. Vastgesteld wordt dat eiser de Braziliaanse nationaliteit heeft en dat Brazilië als een veilig land van herkomst wordt beschouwd. Op grond hiervan heeft verweerder eiser terecht naar Brazilië doorverwezen. De verwijzing van eiser naar rapporten over de situatie in Brazilië treft geen doel, nu deze informatie ziet op asielzoekers en eiser in Brazilië niet aangemerkt zal worden als zodanig. Eiser heeft niet onderbouwd dat hij geen bescherming kan inroepen van de Braziliaanse autoriteiten. Ook is niet gebleken dat het op voorhand niet mogelijk zou kunnen zijn om een aanvraag in te dienen voor gezinshereniging.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. C. Davis, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2017.

Rechtsmiddel