ECLI:NL:RBDHA:2017:9012
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering uitkering op grond van de Wet WIA na beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor andere functies
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de weigering van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aan eiser, die zich op 6 maart 2014 ziek had gemeld. Eiser, die laatstelijk als ijzervlechter werkte, had nek- en armklachten en later ook psychische klachten. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde de uitkering per 3 maart 2016, omdat eiser volgens hen niet meer geschikt was voor zijn eigen werk, maar wel voor andere functies. Eiser ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij hij stelde dat zijn beperkingen ernstiger waren dan door het Uwv werd aangenomen.
Tijdens de zitting op 9 maart 2017 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank schorste het onderzoek voor een nadere reactie van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (b&b). Na het sluiten van het onderzoek op 2 mei 2017, heeft de rechtbank de medische beoordeling van het Uwv getoetst. De rechtbank concludeerde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) correct waren. Eiser had geen nieuwe medische gegevens ingebracht die een andere conclusie rechtvaardigden.
De rechtbank oordeelde dat de functies die aan eiser waren voorgehouden, qua functiebelasting voldeden aan de in de FML vastgelegde medische belastbaarheid. Eiser was in staat om de werkzaamheden te verrichten die aan deze functies waren verbonden. Aangezien eiser met het vervullen van deze functies een inkomen kon verwerven dat in vergelijking met het maatmanloon een verlies aan verdiencapaciteit van 0% opleverde, heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. H.M.D. de Jong, rechter, en is openbaar uitgesproken op 8 juni 2017.