ECLI:NL:RBDHA:2017:9210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Invordering van verbeurde dwangsommen wegens overtreding van vergunningvoorschriften geluid door een inrichting voor het aanvoeren en verwerken van metalen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [B.V. X] en het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn. De zaak betreft de invordering van verbeurde dwangsommen van € 10.000,- door de gemeente, omdat eiseres vergunningvoorschriften met betrekking tot geluidsoverlast zou hebben overtreden. Eiseres had eerder een vergunning verkregen voor haar activiteiten, maar na metingen bleek dat de geluidsnormen op twee data waren overschreden. Eiseres heeft tegen de invordering van de dwangsommen beroep ingesteld, waarbij zij betoogde dat de metingen onterecht waren uitgevoerd en dat de meetmethoden niet voldeden aan de geldende richtlijnen. De rechtbank heeft de deskundigenrapporten van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) in haar overwegingen betrokken. De rechtbank oordeelde dat de metingen op 11 februari 2015 niet voldoende waren onderbouwd en dat er geen dwangsom was verbeurd op die datum. Het beroep van eiseres werd gegrond verklaard, en de rechtbank vernietigde het besluit van de gemeente voor zover het de invordering van de dwangsom op 11 februari 2015 betrof. De rechtbank herstelde het primaire besluit en droeg de gemeente op het griffierecht en de proceskosten van eiseres te vergoeden.