Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
.
3.Het geschil
primairde Staat te bevelen om de executie van de aan [eiser] opgelegde geldboete op te schorten en gedurende de schorsingsperiode de internationale signalering van [eiser] ongedaan te maken totdat (a) in rechte onherroepelijk vast staat hoog de schade van [eiser] , en daarmee de door hem gedane betaling, is en/of (b) [eiser] de gelegenheid heeft gekregen om tot overeenstemming te komen met de Belastingdienst over de fiscale afhandeling over de jaren 2003 tot en met 2015 en/of (c) beslist zal zijn op zijn herzieningsverzoek en/of (d) [eiser] een nieuw gratieverzoek heeft opgesteld binnen een termijn van drie maanden en
subsidiairde Staat te bevelen om nader overleg te voeren met [eiser] en de Belastingdienst over de afhandeling van onderlinge vorderingen en schulden en gedurende die periode de executie van de aan [eiser] opgelegde geldboete op te schorten, dan wel
primair en subsidiaireen in goede justitie te bepalen voorziening te treffen, een en ander met veroordeling van de Staat in de proceskosten.