Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 23 juni 2016 waarbij BD verlof is verleend om te procederen volgens het Versneld Regime in Octrooizaken;
- de dagvaarding van 29 juni 2016;
- de akte houdende overlegging producties van BD van 16 november 2016, met producties 1 tot en met 19;
- de akte van depot van BD van 16 november 2016, waarbij tien exemplaren van de VPS nieuw (zie hierna onder de feiten) en tien exemplaren van de VPS oud (zie eveneens hierna onder de feiten) bij de griffie van de rechtbank zijn neergelegd;
2.De feiten
Partijen en katheters
lugs”) die onderdeel zijn van een zogenaamde Luer koppeling en kunnen worden gekoppeld aan andere standaard elementen.
‘Needle tip guard for hypodermic needles’. Het octrooi is verleend op 24 april 2013 op een aanvrage daartoe van 27 februari 1997, onder inroeping van prioriteit van 27 februari 1996 op basis van US 12343, van 12 september 1996 op basis van US 25273 en van 19 november 1996 op basis van US 31399 (het laatste document ook wel: US 399 of de derde prioriteit). Het octrooi had onder meer gelding in Nederland.
abstract’, een beschrijving en tekeningen en bevatte geen conclusies. De conclusies zijn later ingediend. De publicatie van de Europese aanvrage voor EP 556 (hierna: EP 556 A1) komt voor wat betreft de ‘
abstract’, de beschrijving en de tekeningen overeen met de oorspronkelijke aanvrage, met dien verstande dat de beschrijving in EP 556 A1 anders dan de oorspronkelijke aanvrage is voorzien van paragraafnummers, en EP 556 A1 bevat daarnaast de later overgelegde conclusies. EP 556 A1 [1] en daarmee ook de oorspronkelijke aanvrage voor EP 556 omvat – voor zover van belang – de volgende beschrijving en tekeningen:
a) a catheter hub (13);
a) een katheterkern (13);
Catheter needle locking and catheter hub unlocking mechanism’ (hierna: D2).
einstweilige Verfügung), een inbreukverbod op EP 556 gevorderd. Bij vonnis van 22 mei 2015 heeft HG Wien het verbod afgewezen. Tegen dit vonnis heeft Braun hoger beroep ingesteld bij het Oberlandesgericht Wien (hierna: OLG Wien). Bij arrest van 20 mei 2016 heeft het OLG Wien in hoger beroep aan BD Austria een inbreukverbod opgelegd. Op 21 februari 2017 heeft de Hoge Raad in Oostenrijk beslist dat het octrooi geldig is en dat de VPS oud inbreuk maakt op EP 556.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
recess (32) of the catheter hub (13)’ (zie het laatste deel van conclusie 1 onder g), r.o. 2.8). Die uitsparing in de katheterkern moet samen met een aan de naaldval (‘
movable needle trap (41)’) verbonden arm met uitsteeksel (‘
the arm (45) including a projection (42)’) voorkomen dat het naaldbeschermingsdeel los komt van de katheterkern voordat de naald is teruggetrokken uit de cannula (zie [0030] van EP 556 A1).
inner’ voor ‘
recess (32) of the catheter hub (13)’ of van de woorden ‘
on the inside’ tussen ‘
recess (32)’ en ‘
of the catheter hub (13)’ op ongeoorloofde wijze materie aan het octrooi is toegevoegd. Conclusie 1 stelt daarmee volgens BD materie onder bescherming waarbij het uitsteeksel van het distale einde van de arm in ‘
an outer recess’ of ‘
a recess on the outside of the catheter hub’ wordt vastgehouden, die de gemiddelde vakman niet direct en ondubbelzinnig zou afleiden uit de oorspronkelijke aanvrage. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt dit betoog, waartoe als volgt wordt overwogen.
disclosure’-test of ‘
gold standard’, zie G 3/89, OJ 1993,117; G 11/91, OJ 1993, 125; G 2/10, OJ 2012, 376). Uitgaande van dit criterium komt de rechtbank tot een andere benadering van wat de oorspronkelijke aanvrage de vakman zou moeten leren dan Braun in navolging van de TKB heeft gekozen. Braun heeft met het kenmerk ‘
recess (32) of the catheter hub (13)’ immers mede een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern onder bescherming willen stellen, zodat volgens haar de VPS oud en de VPS nieuw inbreuk maken op het octrooi, en BD valt de conclusie juist in zoverre met een beroep op ongeoorloofde toegevoegde materie aan. De door de rechtbank te beantwoorden vraag is daarom niet de door de TKB beantwoorde vraag of de vakman de term ‘
recess’ beperkt zou opvatten in de zin van een ‘
inner recess’ maar of ‘
recess (32) of the catheter hub (13)’ in de betekenis van een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern voor een vakman direct en ondubbelzinnig is af te leiden uit de oorspronkelijke aanvrage.
a recess (32) of the catheter hub (13)’ in exact die woorden, dus zonder enige expliciet genoemde beperking voor wat betreft de locatie van de uitsparing op de katheterkern, staat vermeld in de centrale ‘
Summary of the invention’ van EP 556 A1 (en daarmee ook in de oorspronkelijke aanvrage) in paragraaf [0036]. Die bewoordingen rechtvaardigen echter niet de conclusie dat voor de vakman een uitsparing (ook) aan de buitenzijde van de katheterkern direct en ondubbelzinnig uit de oorspronkelijke aanvrage is af te leiden. Allereerst is het in de context van de gehele aanvrage maar de vraag of de vakman bij het lezen van die ene zin in paragraaf [0036] daadwerkelijk zal denken aan een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern. Maar zelfs als hij zich bij die zin af zou vragen of een uitsparing aan de buitenzijde tot de mogelijkheden zou behoren, leert de aanvrage hem niet hoe het naaldbeschermingsamenstel dan vorm gegeven moet worden en daarmee samenhangend hoe de inrichting dan werkt. Een uitvoering met een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern is ook niet geopenbaard.
a recess (32) of the catheter hub (13)’ zal denken aan een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern komt doordat hij bij het lezen van de andere delen van de aanvrage juist op het spoor wordt gezet van een uitsparing aan de binnenzijde van de katheterkern. In de aanvrage wordt namelijk als het gaat om het vasthouden van de arm (42) steeds gesproken over ‘
an inner channel, recess, slot or undercut’ van de katheterkern (zie [0124] over de figuren 61 tot en met 63 en [0179] en [0184] over de figuren 103 tot en met 105). De rechtbank volgt Braun niet in haar standpunt dat ‘
inner’ in die zin slechts slaat op ‘
channel’ en niet op ‘
recess, slot or undercut’. Als die zin taalkundig wordt ontleed, geeft het voorzetsel ‘
an’ samen met het bijvoeglijk naamwoord ‘
inner’ juist een eigenschap aan de daarop volgend opgesomde zelfstandig naamwoorden. De figuren bij de aanvrage (zie r.o. 2.7) bevestigen deze lezing.
undue burdende aan de naaldval verbonden arm met uitsteeksel naar de buitenzijde van de katheterkern zou kunnen brengen. Om dat te bewerkstelligen zal de vakman immers een ander type inrichting moeten maken, waarbij hij nog wordt beperkt door de wereldwijd gestandaardiseerde (ISO) normen waaraan (onderdelen van) deze katheters moeten voldoen.
Hence, as the needle trap moves inward to entrap the needle tip, the arm also moves inward” in paragraaf [0036] van EP 556 A1. Volgens BD impliceert de beschreven binnenwaartse beweging van de arm dat de projectie op de arm in een uitsparing aan de binnenzijde van de katheterkern wordt gehouden
.Braun staat daarentegen voor dat voornoemde passage niet meer vermeldt dan dat de arm meebeweegt met de binnenwaarts bewegende naaldval, waardoor het uitsteeksel los komt uit een uitsparing in de katheterkern ongeacht de plaats van die uitsparing. De TKB heeft zich aan de zijde van Braun geschaard. De rechtbank is van oordeel dat het in het licht van de onder r.o. 4.7 aangehaalde zin met ‘
an inner channel, recess, slot or undercut’, in combinatie met de figuren, maar de vraag is of de vakman de passage “
Hence, as the needle trap moves inward to entrap the needle tip, the arm also moves inward” zou uitleggen gelijk de TKB heeft gedaan. Het is met andere woorden op zijn minst genomen discutabel of de vakman die zin zo zou lezen dat de uitsparing zich ook op een andere plaats dan aan de binnenzijde van de katheterkern zou kunnen bevinden. Bij die stand van zaken kan de conclusie geen andere zijn dan dat ook uit deze zin een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern voor een vakman niet direct en ondubbelzinnig uit de aanvrage is af te leiden. En dat is wel vereist.
recess (32) of the catheter hub (13)’ in de betekenis van een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern
nietdirect en ondubbelzinnig af kan leiden uit de oorspronkelijke aanvrage. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook sprake van toegevoegde materie voor zover de ‘
recess (32)’ een ‘
outer recess’ of ‘
a recess on the outside of the catheter hub’ omvat. Conclusie 1 van EP 556 wordt in zoverre nietig geacht.
recess’, nu dat iets anders is dan de in figuren 1 en 2 van D2 met verwijzingsnummer 30 respectievelijk 50 aangeduide ‘
lug’(hierna: lug)
.De rechtbank acht met BD het toepassen van een ‘
recess’ in plaats van een lug een voor de hand liggende aanpassing van het naaldbeschermingsamenstel van D2. Voor zover immers al enig technisch effect aan dat verschil kan worden toegewezen, is dat verdere compactheid van het samenstel omdat het uitsteeksel dat de katheterkern vasthoudt bij toepassing van een op het oppervlak van de katheterkern gelegen lug, anders dan bij toepassing van een verdieping in de katheterkern, over die lug dient te worden gelift om katheterkern van naaldbeschermingsdeel te scheiden. Dit is echter een effect wat geheel inherent is aan de bekende vervanging van een uitsteeksel waarachter iets haakt door een verdieping. Zie in dit verband de case law 2016 van de TBA, p. 226:
locking’ lug wordt gedefinieerd als een ‘
Luer lock fitting’, terwijl conclusie 6 spreekt van het meer algemene ‘
locking lug means’. Een vakman begrijpt daaruit dat volgens D2 ook achter een lug kan worden gehaakt die geen ‘Luer’ lug is en ‘
locking’ lug en ‘Luer’ lug dus naast elkaar kunnen bestaan. De aanvrager van D2 brengt immers met conclusies 6 en 7 tot uitdrukking dat de ‘
locking’ lug van conclusie 6 slechts in een voorkeursuitvoering de ‘Luer’ lug van conclusie 7 is. Aan die duidelijke leer doet onvoldoende af dat in de beschrijving van D2, zoals in het door de TKB aangehaalde deel (zie r.o. 2.13.1), de ‘
locking’ lug en ‘Luer’ lug worden vereenzelvigd. De vakman begrijpt dat die vereenzelviging in de beschrijving is ingegeven door de voorkeursuitvoering die de aanvrager voor ogen had, maar niet beperkend bedoeld is.
recess’ te duiden niet alleen toegevoegde materie bevat maar ook niet inventief is. Nu Braun niet heeft aangevoerd dat volgconclusies 2 tot en met 12 iets inventiefs aan conclusie 1 toevoegen, worden ook die conclusies niet inventief geacht.