Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2018 in de zaak tussen
[eiser], eiser
ProcesverloopBij besluit van 31 mei 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
.
Overwegingen
Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd, kort samengevat en voor zover van belang, dat hij in Irak problemen heeft gekregen omdat hij door de neef van zijn ex-vrouw gedwongen is om van haar te scheiden. Hij is na de scheiding mishandeld door de neef en broers van zijn ex-vrouw. Bij terugkeer vreest eiser voor die neef omdat deze hem met de dood heeft bedreigd.
.Eiser heeft een litteken op zijn linkerarm laten zien. Voorts heeft eiser geen aangifte van de mishandeling gedaan omdat hij, vanwege de invloed van de Asa’ib Ahl al-Haq militie, de vader van de ex-vrouw van eiser en de reputatie van de Iraakse politie op het gebied van integriteit, niet verwachtte dat de politie hem zou helpen. Na de bedreiging was eiser zijn leven niet meer zeker en had hij niks meer te verliezen, waardoor het de moeite waard was om op dat moment toch naar de politie te gaan. Ten aanzien van de doodsbedreiging merkt eiser op dat hij op 17 juli 2015 bedreigd is en dat hij enkele maanden bij zijn zus is ondergedoken voordat hij Irak verliet. Eiser loopt bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade. Eiser kan vanwege de banden van zijn ex-vrouw met zowel de Iraakse autoriteiten als de Asa’ib Ahl al-Haq-militie niet meer veilig en in vrijheid leven in Irak. Tot slot heeft eiser een brief van zijn zus overgelegd ter ondersteuning van zijn asielrelaas. Ook heeft eiser op 29 november 2017 een arrestatiebevel van 20 maart 2016 overgelegd waaruit blijkt dat eiser opgeroepen is te verschijnen voor de rechter
.
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het beroep is ongegrond.