ECLI:NL:RBDHA:2018:10090

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 augustus 2018
Publicatiedatum
22 augustus 2018
Zaaknummer
C/09/553033 / HA RK 18-240
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • S.J. Hoekstra - van Vliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van Europees betalingsbevel en rechtsgeldigheid van betekening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2018 uitspraak gedaan in een rekestprocedure tussen de vennootschap Bluemind Handelsges. M.B.H., gevestigd in Gumpoldskirchen, Oostenrijk, en Henzo International B.V., gevestigd in Haelen. Bluemind verzocht de rechtbank om heroverweging van een Europees betalingsbevel dat op 2 maart 2016 was uitgevaardigd en op 1 februari 2017 uitvoerbaar was verklaard. Bluemind stelde dat het betalingsbevel niet rechtsgeldig aan haar was betekend, omdat het niet in een voor haar begrijpelijke taal was gesteld.

De rechtbank heeft het verzoek tot heroverweging beoordeeld aan de hand van de relevante Europese regelgeving, met name de Verordening (EG) Nr. 1896/2006. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging niet ontvankelijk was, omdat de tenuitvoerlegging in Oostenrijk diende plaats te vinden. Bluemind had geweigerd het betalingsbevel in ontvangst te nemen, omdat het voor haar onleesbaar was. De rechtbank concludeerde dat de betekening op 2 december 2016 rechtsgeldig was, omdat Bluemind de retourzending niet binnen de voorgeschreven termijn had gedaan.

De rechtbank wees het verzoek tot heroverweging af en verklaarde Bluemind niet-ontvankelijk in haar verzoek tot opschorting. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 15 augustus 2018 door mr. S.J. Hoekstra - van Vliet.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rekestnummer: C/09/553033 / HA RK 18-240
Beschikking van 15 augustus 2018
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
BLUEMIND HANDELSGES. M.B.H.,
gevestigd te Gumpoldskirchen, Oostenrijk,
verzoekster,
advocaat mr. M. Brinks te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap
HENZO INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Haelen,
verweerster.
Verzoekster wordt hierna aangeduid met ‘Bluemind’ en verweerster met ‘Henzo’.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 29 januari 2016 ingekomen verzoek van Henzo tot afgifte van een Europees betalingsbevel (formulier A),
  • het Europees betalingsbevel van 2 maart 2016 (formulier E),
  • de Uitvoerbaarverklaring van 1 februari 2017 (formulier G),
  • het op 3 mei 2018 ingekomen verzoek tot heroverweging van mr. Brinks,
  • de op 28 mei 2018 per email ingekomen reactie van dhr. [A] , hoofd financiële administratie bij Henzo.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Bluemind verzoekt de rechtbank om heroverweging van het tegen haar op 2 maart 2016 uitgevaardigd en op 1 februari 2017 uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel, althans tot schorsing van de tenuitvoerlegging.
2.2.
De rechtbank overweegt dat een verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging op grond van het bepaalde in artikel 23 van de Verordening (EG) Nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (verder te noemen ‘de Verordening’), na indiening van een verzoek om heroverweging, gedaan kan worden bij het bevoegde gerecht in de lidstaat van tenuitvoerlegging. Aangezien de tenuitvoerlegging van het onderhavige betalingsbevel dient plaats te vinden in Oostenrijk, is Bluemind niet-ontvankelijk in haar verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging.
2.3.
Bluemind voert aan dat het betalingsbevel niet op rechtsgeldige wijze aan haar is betekend. Zij heeft de ontvangst telkens geweigerd aangezien het bevel niet was gesteld in een voor haar begrijpelijke taal, of in de officiële taal / één van de officiële talen van de plaats van betekening.
2.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Bij de eerste betekening op 27 april 2016 heeft Bluemind geweigerd het betalingsbevel in ontvangst te nemen, omdat het bevel voor haar onleesbaar was. Bij die betekening bevonden zich een in de Nederlandse taal gesteld exploit van 29 maart 2016, en de in de Nederlandse taal gestelde formulieren E (Europees betalingsbevel, met aangehecht het verzoek) en F (verweer tegen een Europees betalingsbevel). Van de formulieren waren de imprimés in de Duitse taal, zonder de variabelen, bijgevoegd.
2.5.
De tweede betekening vond plaats op 22 augustus 2016. Bluemind heeft de aan haar betekende stukken op 23 augustus 2016 retour gezonden met een aantekening op het in de Nederlandse taal gestelde exploit van 11 augustus 2016 dat het document voor haar niet leesbaar is. Bij deze betekening waren wel de formulieren A, E en F in de Duitse taal opgesteld, maar was van het begeleidende exploit van 11 augustus 2016 inderdaad geen Duitse vertaling bijgevoegd.
2.6.
De derde betekening vond plaats op 2 december 2016. Een Duitse vertaling van het begeleidende exploit van 25 november 2016 was bijgevoegd, alsmede de in de Nederlandse taal gestelde formulieren E (met aangehecht het verzoek) en F, vergezeld van de imprimés in de Duitse taal. Betekening heeft plaatsgevonden aan een werknemer van Bluemind. De betekende stukken zijn op 15 december 2016 door Bluemind retour gezonden met de aantekening dat de stukken grotendeels niet in de Duitse taal zijn gesteld.
2.7.
Artikel 8 lid 1 van de Herziene EG-betekeningsverordening geeft degene voor wie het betekende stuk bestemd is de mogelijkheid om het stuk
binnen een weeknaar de ontvangende instantie te zenden, indien het niet is gesteld in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een voor hem begrijpelijke taal. De derde betekening vond plaats op 2 december 2016. De retourzending door Bluemind vond 13 dagen later, op 15 december 2016, plaats.
2.8.
Aangezien de retourzending door Bluemind niet binnen de voorgeschreven termijn heeft plaatsgevonden, komt de rechtbank tot het oordeel dat de derde betekening op 2 december 2016 rechtsgeldig heeft plaatsgevonden en de uitvoerbaarverklaring op 1 februari 2017 terecht is afgegeven. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat het voor Bluemind na drie betekeningen, waarbij alle documenten op enig moment in de Duitse taal waren gesteld, duidelijk moet zijn waar de betekende stukken betrekking op hebben.
2.9.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het verzoek tot heroverweging dient te worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek tot heroverweging af,
- verklaart Bluemind niet-ontvankelijk in haar verzoek tot opschorting.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J. Hoekstra - van Vliet en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2018. [1]

Voetnoten

1.type: 206