Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juni 2018 met producties 1 tot en met 41;
- de op 6 juli 2018 op voorhand ingediende conclusie van antwoord van 27 juli 2018, met producties 1 tot en met 13;
- de op 16 juli 2018 ingekomen akte houdende overlegging reactieve producties van de zijde van Zavod Prodmash, met producties 42 tot en met 44;
- de e-mailberichten van partijen van 26 juli 2018 met betrekking tot een proceskostenafspraak;
- de mondelinge behandeling van 27 juli 2018;
- de pleitnota van Zavod Prodmash;
- de pleitnota van [gedaagde] waarin doorgehaald de niet voorgedragen paragrafen 38 tot en met 46.
2.De feiten
examinervan het EOB tot tweemaal toe aangepast en luidt in de originele Engelse vertaling als volgt:
characterized in that:
gekenmerkt doordat:
characterized in that:
100includes a section
101of material having a plurality of crush zones
102along a longitudinal length thereof. The longitudinal direction for energy-absorbing device
100is indicated by arrow
103. Each crush zone
102includes a pair of first bends
104formed in a first side
106and a second side
107of section
101, a pair of second bends
108formed in a third side
109and a fourth side
110of section
101, and a plurality of notches
112spaced about the periphery of section
101at a longitudinal location corresponding to first bends
104and second bends
108in addition to the intersection of crush zones
102.
100may have any suitable dimensions and may be formed from any suitable material. For example, in one embodiment, the dimensions of section
101may be generally two feet wide by two feet high by three and a half feet long, the material may be a suitable structural steel, such as ASTM A36 or ASTM A992, and the thickness may be between approximately twelve gage and approximately eight gage. Again the dimensions, thickness and type of material for energy-absorbing device
100is variable depending on the type of application for which energy-absorbing device
100is contemplated. Furthermore, section
101may be formed from a single sheet of material or may be formed from multiple sheets of material in any suitable manner. For example, components of energy-absorbing device
100may be formed separately from one another and then welded or otherwise joined together to form energy-absorbing device
100.
100of
FIGS. 1A-1C, an impact force (from an automobile, for example) strikes the front end of section
101in the direction indicated by arrow
103. Section
101then starts to longitudinally collapse in order to dissipate the energy in a controlled manner so as to protect any occupants in the automobile. First, crush zone
102acollapses (i.e., is compressed or flattened) because vertical bends
104amove inward toward the inside of section
101while horizontal bends
108amove away from the inside of section 101. Second, crush zone
102bcollapses (…).
FIG. 3Ais an example of a crash cushion
300according to one embodiment of the invention. In the illustrated embodiment, crash cushion
300includes a plurality of energy-absorbing devices
310arranged in an end-to-end manner. Energy-absorbing devices
310may also couple to one another in any suitable manner, such as bolting, welding, or other suitable joining processes. (…)
310may be supported by a plurality of support posts
312that couple to or engage the ground. Support posts
312may have any suitable configuration, may be formed from any suitable material, and may be spaced apart any suitable distance. For example, in one embodiment of the invention, support posts
312are formed from structural steel and are spaced apart approximately three to four feet. Support posts
312may couple to energy-absorbing devices
310in any suitable manner. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
bevoegdheid
inter parteskort geding voor aanvang van de beurs op 20 maart 2018 had kunnen worden afgerond. Ook dit argument kan daarom niet tot herziening van het bevel leiden.
problem solution approachtot een andere uitkomst zou kunnen leiden, behoefde [gedaagde] niet bedacht te zijn en daarom wordt de argumentatie op basis van die combinatie ambtshalve geweigerd wegens strijd met de goede procesorde.
‘support’ en ‘guide bars’werken zoals het in de beschrijvingsinleiding genoemde Amerikaanse octrooi US 516 of botskussens afgebeeld in figuren 1 t/m 3 (die de prior art weergeven) van het octrooi, of zoals in US 520 welk document een botskussen openbaart volgens de aanhef van conclusie 1. Het octrooi voegt aan de stand van de techniek toe dat een botskussen kan worden voorzien van verbindingsplaten,
‘connecting plates (20)’ter vervanging van een corresponderend aantal glijsteunen,
‘sliding supports (3)’. Hieronder is links de (in het octrooi weergegeven) stand van de techniek afgebeeld en rechts figuur 6 van EP 361. De
‘connecting plate’is rood ingekleurd.
‘connecting plates’nemen een deel van de functie van de glijsteunen over. Zij zorgen ervoor dat bij een botsing de kracht axiaal, in de lengte van het botskussen, wordt doorgegeven. Zonder
‘connecting plates’zouden de verscheidene buisvormige elementen,
‘tubular elements (4)’kunnen ombuigen of knikken. Als dat gebeurt, worden de krachten niet goed meer doorgeleid naar het volgende
‘tubular element’. Het botskussen functioneert dan niet meer naar behoren. De
‘connecting plates’worden gemonteerd tussen twee elkaar opvolgende
‘tubular elements’en wel zo - kort gezegd - dat het eerste einde (
‘first end’ (10)) van
‘tubular element (23)’(de linkerkant) gemonteerd zit aan de
‘fixing plate (14)’van de
‘sliding support’en het andere einde
(‘second end’)(de rechterkant) aan de
‘connecting plate’, terwijl het opvolgende
‘tubular element (24)’met zijn eerste einde (de linkerkant) gemonteerd zit aan de
‘connecting plate’en het tweede einde (de rechterkant) aan de opvolgende
‘support member’(zie paragraaf [0041]). Het toepassen van
‘connecting plates’ter vervanging van
‘sliding supports’heeft volgens het octrooi het voordeel van een kleiner aantal componenten, lagere productieskosten (de
‘connecting plates’zijn goedkoper dan
‘sliding supports’)en een snellere montage (vgl. paragraaf [0016] en [0040]).
‘separate plate members’400, wordt niet gevolgd. Bedoelde plaatdelen zijn tussen de oude banden (101) in een
‘waste tire member of framework’110 opgenomen. Als onderdeel 110 al kan worden aangemerkt als een
‘tubular element’zoals in het octrooi, dan geldt dat de daarin voorkomende plaatdelen 400 (zie figuren 10a en 11a in 2.12.) niet twee opeenvolgende
‘tubular elements’scheidt en dus niet als een
‘connecting plate’20 kan worden beschouwd in de zin van conclusiekenmerk 7.2 van het octrooi. Voor zover Zavod Prodmash heeft bedoeld te stellen dat de oude banden in onderdeel 110 als
‘tubular elements’moeten worden aangemerkt, gaat die stelling niet op nu dat niet een zinvolle uitleg van KR 121 is. In dat verband is relevant dat Zavod Prodmash blijkens haar
claim chartin paragraaf 57 van de dagvaarding zelf van mening was dat de
‘tubular elements’in KR 121 bestonden in
‘
A plurality of waste tire members, supported by plate members’[in de door Zavod Prodmash aangehaalde tekst van de machinevertaling, vzr] en daarbij kennelijk ook nog eens het oog heeft gehad op
‘plate members’120,121 ‘
which move in the compression direction[in opnieuw de door Zovad Prodmash aangehaalde tekst van de machinevertaling, vzr]
’(die ter bescherming aan de buitenzijde van de reeks banden zijn aangebracht, zie bijv. Figuur 10a) en niet op
‘separate plate members’400. Bovendien heeft [gedaagde] terecht aangevoerd dat de plaatdelen 400 ook niet worden gebruikt ter vervanging van een
‘certain corresponding number of sliding supports’zoals het octrooi in conclusiekenmerk 7.1 vereist. In het botskussen van KR 121 zorgen de plaatdelen 400 er immers niet voor dat er minder
‘diaphragms’130 (glijsteunen) hoeven te worden gebruikt.
‘connecting plates’worden geopenbaard, strandt ook het betoog van Zavod Prodmash dat die conclusie inventiviteit ontbeert. Dat betoog veronderstelt dat de enige verschilmaatregel bestaat in het verschil tussen onomkeerbare (plastische) en omkeerbare (elastische) drukvervorming (conclusiekenmerken 5 en 7.2 vereisen immers dat de
‘tubular elements’zo zijn ingericht dat zij onomkeerbaar inklappen
(‘irreversable compressive deformation’)respectievelijk dat de
‘connecting plates’de twee opeenvolgende
‘tubular elements’scheidt
‘for ensuring that they axially incur the plastic compressive deformation.’) maar uit het vorenstaande volgt dat die veronderstelling onjuist is omdat de verbindingsplaten eveneens een verschilmaatregel vormen. Dat de vakman op basis van KR 121, dat een elastisch vervormbaar systeem openbaart, niettemin zonder inventieve denkarbeid op een plastisch vervormbaar systeem
zou(en niet: kon) uitkomen en daarbij ook nog eens - door toepassing van verbindingsplaten - een aantal glijsteunen achterwege zou laten, is door Zavod Prodmash niet gemotiveerd onderbouwd. In KR 121 is daar in ieder geval geen pointer voor te vinden. De oplossing kan ook niet worden gevonden in US 520. Waarom de combinatie van KR 121 met US 520, dat anders dan KR 121 op een plastisch systeem van drukvervorming ziet, voor de vakman voor de hand ligt, heeft Zavod Prodmash niet toegelicht. Bovendien openbaart ook US 520 - zoals hierna duidelijk zal worden - geen verbindingsplaten. De stelling dat de vakman ten slotte op basis van zijn algemene vakkennis tot de uitvinding zou komen, wordt reeds verworpen omdat [gedaagde] er terecht op heeft gewezen dat Zavod Prodmash, ook nadat [gedaagde] tegen deze kale stelling bij conclusie van antwoord bezwaar had gemaakt, die vakkennis niet met stukken (bijvoorbeeld handboeken) heeft onderbouwd. In afwezigheid daarvan kan slechts worden geconcludeerd dat het gestelde gebrek aan inventiviteit van conclusie 1 voortvloeit uit kennis van de uitvinding, en dus gebaseerd is op hindsight.
‘connecting plates’tussen de
‘tubular elements’volgens het octrooi. De verwijzing van Zavod Prodmash naar paragraaf [0019] van US 520 kan haar niet baten. Die paragraaf leert de vakman slechts dat het botskussen (in US 520
‘crash cushion’of
‘energy-absorbing device’genoemd en bestaande uit
‘a plurality of [pre-bent] crush zones 102’)
‘may be formed from a single sheet of material or may be formed from multiple sheets of material in any suitable manner’. De
‘crush zones’van de
‘energy-absorbing device’(zie figuur 1A) mogen afzonderlijk van elkaar gemaakt worden en dan gelast of op andere wijze met elkaar verbonden worden. De plaats waar die onderdelen aan elkaar gelast of anderszins verbonden zijn, kan naar voorlopig oordeel onmogelijk worden aangemerkt als een verbindingsplaat in de zin van het octrooi. Daarmee is conclusie 1 nieuw.
(‘support posts 312’)vervangen zou kunnen worden voor minder kostbare en complexe elementen zoals verbindingsplaten, ook niet in de eerst bij pleidooi aangehaalde paragrafen [0031] en [0032] welke immers slechts
(bolting, welding or other suitable joining processes). US 520 leert de vakman wel het gebruik van met de grond verbonden glijsteunen ter ondersteuning van de inklapbare elementen. Waarom de vakman glijsteunen in US 520 zou weglaten, wordt door Zavod Prodmash niet gemotiveerd althans voor zover zij zou menen dat dit kan volgen uit het woord
‘may’in paragraaf [0032] van US 520, wordt die zienswijze verworpen nu dat woord nu juist betrekking heeft op het
toevoegenvan glijsteunen. Het is ook niet duidelijk geworden waarom de vakman de glijsteunen vervolgens zou vervangen door verbindingsplaten. Zavod Prodmash is op de weerlegging door [gedaagde] op dit punt bij pleidooi ook niet meer teruggekomen.
fixing plate(bevestigingsplaat) is bevestigd maar aan een balk tussen het onderstel en de bevestigingsplaat in. De voorzieningenrechter volgt dit betoog niet. Conclusiekenmerk 6 vereist slechts dat iedere sliding support (glijsteun) (3) een fixing plate (bevestigingsplaat) (14) omvat en een onderstel (15)
‘which is connected to the fixing plate (14) and which engages with the guide rail (2)’. Het botskussen van Zavod Prodmash voldoet daaraan. Dat het onderstel is verbonden aan een rechthoekige balk/frame waarin de bevestigingsplaat is vervat (vgl. de vijfde afbeelding in 2.2.), is dus voor de beoordeling niet relevant. Immers, het octrooi sluit niet uit dat de bevestigingsplaat door een balk wordt bevestigd aan het onderstel. Dat de frames en de geleidingsbalken van het botskussen van Zavod Prodmash (zij wijst op de golvende metalen platen aan de buitenkant)
‘support and guide bars’(zoals in US 516) zouden zijn, is door [gedaagde] weersproken. [gedaagde] heeft aangevoerd dat die delen net als in het octrooi afdekplaten van de inklapbare elementen (‘
covers(17)’ van de
‘tubular members(4)’) zijn en dat het betoog van Zavod Prodmash ook technisch onjuist is omdat er van enige geleiding van axiale krachten door deze platen geen sprake is. Zavod Prodmash is op haar andersluidende standpunt ter zitting niet meer ingegaan zodat haar betoog op dit punt als onvoldoende onderbouwd wordt verworpen en van de juistheid van [gedaagde] ’s betoog wordt uitgegaan.
separateverbindingsplaat geen sprake is. Als dat anders zou zijn, heeft het botskussen van Zavod Prodmash steeds twee verbindingsplaten die met elkaar verbonden zijn. Bij twee ‘verbindingsplaten’ kan van (vervanging van) een ‘corresponderend aantal’ glijsteunen geen sprake zijn, aldus nog steeds Zavod Prodmash, omdat voor iedere ontbrekende glijsteun er niet één verbindingsplaat, maar twee zijn. Dit betoog faalt. De verbindingsplaten zijn te onderscheiden van de
‘tubular elements’en vormen een afscheiding daartussen. De vakman zou begrijpen dat hoe die verbindingsplaten aan de
‘tubular elements’zijn bevestigd voor het octrooi niet relevant is. Bedoelde bevestiging mag, zoals bij het botskussen van Zavod Prodmash, een lasverbinding zijn of een andere wijze van bevestiging, bijvoorbeeld met moeren. Het octrooi vereist slechts dat er tussen de
‘tubular elements’een verbindingsplaat is aangebracht. In het botskussen van Zavod Prodmash is dat het geval. Het standpunt dat het octrooi zou vereisen dat telkens één glijsteun door één verbindingsplaat wordt vervangen, kan dan ook niet worden gevolgd althans als daarmee zou worden betoogd dat een verbindingsplaat om die reden niet uit twee plaatdelen kan bestaan, wordt die lezing verworpen omdat die is gebaseerd op een
‘mind unwilling to understand’.
‘guide and support bar’moet worden aangemerkt. Dit betoog is gebaseerd op de hiervoor verworpen argumenten dat het botskussen van Zavod Prodmash geen verbindingsplaten zou hebben omdat die aan het kokervormig element zijn gelast en dat het onderstel niet verbonden zou zijn met de bevestigingsplaat (14), maar aan het rechthoekige frame (zie r.o. 4.20. en 4.21.). Gelet daarop strandt ook dit betoog van Zavod Prodmash. Zavod Prodmash heeft voor het eerst bij pleidooi gesteld dat ook anderszins niet aan conclusiekenmerk 8 is voldaan. Volgens haar is het kokervormige element in het botskussen van Zavod Prodmash bevestigd aan - in de termen van het octrooi - de eerste verbindingsplaat (21), terwijl volgens conclusiekenmerk 8.2 het kokervormige element optioneel aan de tweede verbindingsplaat (22) zou moeten zijn bevestigd. De voorzieningenrechter gaat aan dit betoog voorbij voor zover het (opnieuw) is gebaseerd op de redenering dat twee plaatdelen niet samen één verbindingsplaat kunnen vormen (zie 4.21.). Voor zover Zavod Prodmash heeft bedoeld aan haar betoog een andere redenering ten grondslag te leggen, heeft Zavod Prodmash die redenering onvoldoende onderbouwd, zodat het betoog ook in zoverre wordt gepasseerd.
‘support and guide bars’heeft net als in de stand van de techniek. Omdat het botskussen van Zavod Prodmash zoals hiervoor is geoordeeld geen
‘support and guide bars’heeft, gaat haar Gillette-verweer niet op.