ECLI:NL:RBDHA:2018:10502
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering op basis van geregistreerd partnerschap en duurzaam gescheiden leven
Op 3 september 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de intrekking van de bijstandsuitkering van eiser, die sinds 5 augustus 2016 bijstand ontving naar de norm van een alleenstaande ouder. De intrekking vond plaats met terugwerkende kracht tot 25 oktober 2017, omdat verweerder van mening was dat eiser vanaf die datum een gezamenlijke huishouding voerde met zijn geregistreerde partner, [X]. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij en zijn partner duurzaam gescheiden leefden, ondanks hun geregistreerd partnerschap.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de intrekking van de bijstandsuitkering terecht heeft doorgevoerd. De rechtbank oordeelde dat eiser en zijn partner zich meermaals als gezinseenheid hebben gepresenteerd en dat er sprake was van financiële verwevenheid. Eiser had ook een huurovereenkomst met zijn partner en er waren geldtransacties tussen hen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, zoals vereist om als ongehuwd te worden aangemerkt volgens de Participatiewet.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat verweerder terecht had besloten dat eiser als gehuwde moest worden aangemerkt. De uitspraak werd gedaan door mr. D.R. van der Meer, in aanwezigheid van griffier mr. F.M.E. Schulmer. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.