ECLI:NL:RBDHA:2018:10651
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid van Spanje in het kader van Dublin-regeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek. Eiser heeft tevens een verzoek ingediend voor een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting is eiser niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling is genomen omdat Spanje verantwoordelijk is op basis van de Dublin-verordening. Eiser heeft betoogd dat hij nooit in Spanje is geweest en dat er sprake moet zijn van een persoons- of identiteitsverwisseling. Echter, uit de Eurodac-gegevens blijkt dat eiser eerder in Spanje asiel heeft aangevraagd, en Spanje heeft ingestemd met het terugnameverzoek van de staatssecretaris. De rechtbank oordeelde dat de ontkenning van eiser niet opweegt tegen de beschikbare informatie.
Daarnaast faalde de stelling van eiser dat de staatssecretaris de humanitaire clausule had moeten toepassen. De rechtbank oordeelde dat de feiten en omstandigheden die eiser aanvoerde niet zodanig bijzonder waren dat dit noopte tot het aan zich trekken van de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier W.H. Mentink.