ECLI:NL:RBDHA:2018:10731
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot het toepassen van een dwangakkoord in faillissementsprocedure
Op 7 september 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die een verzoek had ingediend tot toepassing van een dwangakkoord op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Verzoeker had op 27 juni 2018 een verzoek ingediend om in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling, maar de verweersters, waaronder [X] Vastgoed, SNS Bank en Haagwonen, hebben niet ingestemd met deze regeling. Tijdens de zitting op 17 augustus 2018 was verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn vertegenwoordigers, terwijl de verweersters niet verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een totale schuld heeft van € 675.072,18 aan 35 schuldeisers, met specifieke vorderingen van de verweersters. De aangeboden schuldregeling was door andere schuldeisers aanvaard, maar de verweersters weigerden in te stemmen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot het bevelen van de verweersters om in te stemmen met de schuldregeling niet kon worden toegewezen, omdat niet was aangetoond dat het aanbod het uiterste was waartoe verzoeker financieel in staat was. De rechtbank benadrukte dat het aan iedere schuldeiser vrijstaat om volledige betaling van zijn vordering te verlangen en dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om hen te dwingen in te stemmen met een schuldregeling.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek afgewezen en bepaald dat ieder van de partijen zijn eigen proceskosten draagt. Verzoeker heeft aangegeven het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling te handhaven, wat betekent dat er een afzonderlijk vonnis zal worden gewezen over dat verzoek.