3.1.Chanel vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
i. te verklaren voor recht dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het internationaal beeldmerk;
[gedaagde] te veroordelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de merken, meer in het bijzonder het vervaardigen, aanbieden, importeren, verkopen, leveren, in voorraad houden of anderszins verhandelen van inbreukmakende producten, te staken en gestaakt te houden;
[gedaagde] te bevelen om binnen tien werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan de advocaat van Chanel schriftelijk, door een accountant dan/wel gediplomeerde onafhankelijke administrateur, aan te wijzen door Chanel en waarvan [gedaagde] de kosten draagt, gecertificeerde, met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen ingevolge artikel 2.21 lid 4 BVIE van:
a. de totale hoeveelheid inbreukmakende producten die bij [gedaagde] per de datum van het vonnis aanwezig is of (indirect) in voorraad wordt gehouden;
b. de totale hoeveelheid inbreukmakende producten die door [gedaagde] is ingekocht dan wel is vervaardigd of die zij heeft doen inkopen dan wel heeft doen vervaardigen;
c. de door [gedaagde] intern gerekende kostprijs dan wel betaalde inkoopprijzen alsmede de door [gedaagde] gehanteerde verkoopprijzen voor de inbreukmakende producten;
d. het totale bedrag van de door [gedaagde] als gevolg van de verhandeling van de inbreukmakende producten genoten bruto- en nettowinst, alsmede de berekeningswijze daarvan;
e. de namen en adressen van alle bij de verhandelingen en vervaardiging van de inbreukmakende producten betrokken (rechts)personen (waaronder de namen en adressen van alle leveranciers);
voorts primair:
[gedaagde] te veroordelen tot winstafdracht op grond van artikel 2.21 lid 4 BVIE van de met de hier aan de orde zijnde handelingen genoten winsten aan Chanel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum der dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank vast te stellen dag, tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde] op grond van art 2.21 lid 1 BVIE te veroordelen om aan Chanel te vergoeden een forfaitaire vergoeding voor de schade die zij heeft geleden en onverhoopt nog verder zal lijden ten gevolge van inbreuk van [gedaagde] op de merkrechten van Chanel, althans ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [gedaagde] jegens Chanel van € 50,- per inbreukmakend verkocht product, ten minste 45 x € 50,- = € 2.250,- doch te vermenigvuldigen met de verkochte aantallen die zullen blijken uit de rekening en verantwoording als onder iii) gevorderd;
[gedaagde] te veroordelen voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder ii), iii) en of vii) bepaalde, aan Chanel te betalen een dwangsom van € 500,-- per inbreukmakend product of per dag (een gedeelte van een dag tot een hele gerekend), zulks ter keuze van Chanel;
[gedaagde] te bevelen eventuele voorraad van inbreukmakende producten voor eigen rekening binnen tien werkdagen na betekening van dit vonnis op een door Chanel te bepalen adres in Nederland ter vernietiging aan Chanel af te geven;
[gedaagde] te veroordelen in de volledige proceskosten conform artikel 1019h Rvte vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige voldoening.