Uitspraak
wonende te [postcode woonplaats en adres],
schuldenares, advocaat: mr. R. Verspaandonk.
1.Verloop van de procedure
- de bewindvoerder;
- mevrouw [X] de beschermingsbewindvoerder van schuldenares.
Rechtbank Den Haag
Op 5 september 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenares die in een schuldsaneringsregeling verkeert. De rechter-commissaris had een verzoek ingediend tot voortijdige beëindiging van deze regeling, omdat de schuldenares niet voldeed aan de aanvullende sollicitatieverplichting en een onjuiste schuldenlijst had ingediend. De schuldenares had bij de toelating tot de schuldsanering een lagere schuldenlast opgegeven dan daadwerkelijk het geval was, met name ten aanzien van de Belastingdienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schulden aan de Belastingdienst hoger zijn dan eerder gemeld, maar oordeelt dat er geen sprake is van kwade trouw van de schuldenares. De rechtbank overweegt dat de schuldenares daadwerkelijk heeft gewerkt en dat de kinderopvangtoeslag direct aan de opvangorganisatie is betaald. De rechtbank concludeert dat de schuldenares niet opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt en dat zij inmiddels aan haar sollicitatieverplichting heeft voldaan. Daarom wijst de rechtbank het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling af.