ECLI:NL:RBDHA:2018:11468

• Datum uitspraak: 24 september 2018
• Publicatiedatum: 25 september 2018
• Zaaknummer: C/09/560148 / FT RK 18/1606
• Instantie: Rechtbank Den Haag
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Insolventierecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: H.W. Vogels
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op basis van eerdere toepassing

Op 19 september 2018 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Eerder was verzoekster al onder de schuldsaneringsregeling geplaatst, maar deze regeling is op 28 maart 2014 tussentijds beëindigd zonder dat verzoekster een schone lei heeft verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat ingevolge artikel 288, tweede lid, onder d, van de Faillissementswet, een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet kan worden toegewezen indien minder dan tien jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift de schuldsaneringsregeling al van toepassing is geweest. In dit geval is er geen sprake van uitzonderingen die de afwijzing zouden kunnen rechtvaardigen, zoals beëindiging van de regeling om redenen die de schuldenaar niet waren toe te rekenen. De rechtbank concludeert dat de eerdere toepassing van de schuldsaneringsregeling een imperatieve afwijzingsgrond vormt. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing is genomen door mr. H.W. Vogels en uitgesproken op 24 september 2018, in aanwezigheid van griffier A.J. Derks. Verzoekster heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep aan te tekenen, wat uitsluitend door een advocaat kan worden gedaan bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

rekestnummer: C/09/560148 / FT RK 18/1606

uitspraakdatum: 24 september 2018

RECHTBANK DEN HAAG

Team Insolventies - enkelvoudige kamer

[verzoekster],

wonende te [adres]

[postcode en woonplaats],

verzoekster,

heeft op 19 september 2018 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.

Uit de overgelegde stukken is het volgende gebleken.

Op verzoekster is eerder de schuldsaneringsregeling van toepassing geweest. Deze schuldsaneringsregeling is op 28 maart 2014 tussentijds beëindigd. Verzoekster heeft geen schone lei verkregen.

De rechtbank overweegt als volgt.

Ingevolge artikel 288, tweede lid, onder d, van de Faillissementswet kan het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet worden toegewezen, indien minder dan tien jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend ten aanzien van verzoekster de schuldsaneringsregeling van toepassing is geweest.

Het voorgaande lijdt uitzondering, indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling is beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder a of b, van de Faillissementswet of op grond van artikel 350, derde lid, onder d, van de Faillissementswet om redenen die de schuldenaar niet waren toe te rekenen. Daar is in dit geval geen sprake van. De eerdere toepassing van de schuldsaneringsregeling vormt een imperatieve afwijzingsgrond.

Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

BESLISSING

De rechtbank:

- wijst af het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling van:

[verzoekster]

geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats], Nederlandse Antillen,

wonende te [adres]

[postcode en woonplaats]

Gewezen door mr. H.W. Vogels en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 september 2018 in tegenwoordigheid van A.J. Derks, griffier.

Verzoekster heeft gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak het recht van hoger beroep. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te Den Haag dat van deze zaak kennis moet nemen.