Uitspraak
Ontslag van een bijzondere curator (art 1: 250 BW)
[minderjarige] ,
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
Procedure
- mevrouw [C] namens de Raad voor de Kinderbescherming,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 september 2018 uitspraak gedaan in een beschikking met betrekking tot het ontslag van een bijzondere curator voor een minderjarige verdachte in een strafzaak. De minderjarige, geboren in 2001, was betrokken in een strafrechtelijke procedure waarbij mevrouw [B] op 19 juli 2018 door de rechtbank was benoemd als bijzondere curator. Haar taak was om de belangen van de minderjarige te behartigen, ook na afloop van de strafprocedure. Op 5 september 2018 ontving de rechtbank het rapport van de bijzondere curator, dat op 6 september 2018 werd besproken tijdens de behandeling van de strafzaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bijzondere curator haar werkzaamheden heeft voltooid met de uitspraak in de strafzaak. Hierdoor eindigt de strafrechtelijke procedure en daarmee ook de opdracht van de bijzondere curator. De rechtbank heeft in haar beslissing de bijzondere curator mevrouw [B] ontslagen uit haar benoeming, omdat haar werkzaamheden in deze procedure zijn beëindigd. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee kinderrechters, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 september 2018.