ECLI:NL:RBDHA:2018:11896
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Sleeswijk Visser
- Rechtspraak.nl
Dublin Italië - interstatelijk vertrouwensbeginsel en rechtsbijstand in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser, geboren in 1994 en van Senegalese nationaliteit, had eerder op 6 oktober 2016 in Italië een verzoek om internationale bescherming ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag van eiser niet in behandeling genomen, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door eiser.
Tijdens de zitting op 27 september 2018 is eiser niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat hij mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, wat inhoudt dat Italië zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Italië geen adequate rechtsbijstand kan krijgen en dat hij niet weet hoe hij klachten kan indienen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser zich met zijn klachten kan wenden tot de Italiaanse autoriteiten en dat er geen bewijs is dat deze autoriteiten zijn klachten niet in behandeling willen nemen.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag van eiser terecht niet in behandeling heeft genomen op grond van artikel 30, eerste lid van de Vw 2000. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank wijst erop dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de rapporten waarnaar hij verwijst relevant zijn voor zijn situatie, en dat hij niet kan stellen dat hij recht heeft op kosteloze rechtsbijstand in Italië. De uitspraak is gedaan door mr. T.J. Sleeswijk Visser, rechter, en is openbaar gemaakt.