ECLI:NL:RBDHA:2018:12020
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G. van Zeben - de Vries
- A. Nobel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak tussen verzoekster, met V-nummer [V-nummer], en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 september 2018 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris bij besluit van 21 augustus 2018 was afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat haar uitzetting zou worden opgeschort totdat op het beroep was beslist.
De zitting vond plaats op 11 september 2018, waar verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat het verzoek om voorlopige voorziening is gedaan in het kader van een lopende procedure met kenmerk NL18.15817. Aangezien de rechtbank het beroep in die procedure ongegrond heeft verklaard, is niet langer voldaan aan het connexiteitsvereiste zoals neergelegd in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de voorzieningenrechter niet kan ingaan op het verzoek om de uitzetting van verzoekster op te schorten.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G. van Zeben - de Vries, in aanwezigheid van griffier mr. A. Nobel, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.