ECLI:NL:RBDHA:2018:12170
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen weigering visum voor kort verblijf
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2018, hebben eisers, beiden van Iraanse nationaliteit, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken. Dit besluit, gedateerd op 17 mei 2018, verklaarde het bezwaar van eisers tegen de weigering van hun aanvragen voor een visum voor kort verblijf kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn, die op 14 juni 2018 eindigde, niet is nageleefd. Het beroepschrift van eisers is pas op 28 juni 2018 ontvangen, terwijl het op 21 juni 2018 ter post was aangeboden in Karaj, Iran. De rechtbank heeft eisers in een aangetekende brief van 17 juli 2018 gewezen op de termijnoverschrijding en hen de gelegenheid geboden om deze te verklaren. Echter, eisers hebben hierop niet gereageerd. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.