ECLI:NL:RBDHA:2018:12262
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot schorsende werking van beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die zich in een asielprocedure bevond. De verzoeker, die zich identificeert als Hakim Baahmed, had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris had in zijn besluit overwogen dat het beroep van de verzoeker geen schorsende werking had, waardoor de verzoeker gedwongen werd om een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen om uitzetting te voorkomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat, in lijn met het arrest Gnandi van het Hof van Justitie, een beroep tegen een terugkeerbesluit opschortende werking dient te hebben in afwachting van de uitkomst van het beroep tegen het afwijzend asielbesluit. De voorzieningenrechter concludeerde dat de staatssecretaris ten onrechte had bepaald dat het beroep geen opschortende werking had en dat de verzoeker onterecht was gedwongen om een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.002,-. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat de rechtbank inmiddels uitspraak had gedaan op het beroep, dat ongegrond was verklaard.