ECLI:NL:RBDHA:2018:12646
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenhoud
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen
Op 6 augustus 2018 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [Minderjarige 1] en [Minderjarige 2]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. De moeder, die in het verleden verslaafd is geweest aan harddrugs en momenteel kampt met psychiatrische en financiële problemen, kan op dit moment niet voor de kinderen zorgen. De vader heeft geen vaste woon- of verblijfplaats en is eveneens niet in staat om voor de kinderen te zorgen.
Tijdens de zitting op 6 augustus 2018 zijn zowel de moeder als de vader aanwezig geweest, bijgestaan door hun respectieve advocaten en een tolk. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er structurele zorgen zijn over de kinderen, die regelmatig getuige zijn geweest van ruzies tussen de ouders. De moeder heeft ingestemd met het verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, in de hoop haar persoonlijke problemen op te lossen en weer voor haar kinderen te kunnen zorgen.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing aanwezig zijn, zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek. De kinderen zullen voor een periode van één jaar onder toezicht worden gesteld van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, en zij worden gedurende acht maanden uit huis geplaatst in een pleegzorgvoorziening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.