ECLI:NL:RBDHA:2018:13080
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E.M.G. Wezel
- E.M.M. Engbers
- M.C. Bruining
- Rechtspraak.nl
Klachtprocedure in het kader van de Wet BOPZ betreffende dwangbehandeling in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak gaat het om een klachtprocedure in het kader van de Wet BOPZ, ingediend door een betrokkene die gedwongen verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis. De betrokkene heeft een klacht ingediend tegen een voorgenomen dwangbehandeling met antipsychotica, die door de behandelende artsen was aangezegd. De rechtbank heeft op 30 januari 2018 uitspraak gedaan na een behandeling van het verzoekschrift op 16 januari 2018. De betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, betwistte de noodzaak van de dwangbehandeling en voerde aan dat de zorgvuldigheid in de besluitvorming ontbrak. De rechtbank heeft de argumenten van de betrokkene en het ziekenhuis tegen elkaar afgewogen. De rechtbank concludeerde dat de dwangbehandeling noodzakelijk was om het gevaar dat de psychische stoornis van de betrokkene met zich meebracht, af te wenden. De rechtbank oordeelde dat de zorgcarrouselconstructie, waarbij de betrokkene tussen verschillende instellingen wordt overgeplaatst, niet in strijd is met de wet en dat de behandeling zorgvuldig was uitgevoerd. Uiteindelijk werd de klacht van de betrokkene ongegrond verklaard, omdat de rechtbank van oordeel was dat zonder de dwangbehandeling onvoldoende verbetering in de medische toestand van de betrokkene te verwachten was.