ECLI:NL:RBDHA:2018:13234
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met inreisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 6 november 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Iraanse verzoeker. De verzoeker had een inreisverbod en verzocht om opheffing daarvan, zodat hij zijn beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in Nederland kon afwachten. Het bestreden besluit, genomen op 16 maart 2018, verklaarde het bezwaar van de verzoeker tegen zijn ongewenstverklaring gegrond, maar wees zijn verzoek om opheffing van het inreisverbod af. De verzoeker had eerder een asielvergunning gehad, maar deze was ingetrokken en er was vastgesteld dat artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag op hem van toepassing was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van spoedeisend belang, omdat het bevel om naar Italië te vertrekken al eerder was gegeven en er geen uitzettingshandelingen waren aangekondigd. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.