ECLI:NL:RBDHA:2018:13374
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Toegangsweigering tot Nederland en voorlopige voorziening in vreemdelingenzaken
Op 5 november 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een Ghanese verzoeker die de toegang tot Nederland was geweigerd. De verzoeker, die op 3 november 2018 vanuit Ghana op luchthaven Schiphol arriveerde, had administratief beroep ingesteld tegen de toegangsweigering die was gebaseerd op het ontbreken van passende documentatie en een geldig visum. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de toegang geweigerd omdat de verzoeker niet kon aantonen dat hij voldeed aan de vereisten van de Schengengrenscode.
De verzoeker voerde aan dat hij wel degelijk over een geldig toeristenvisum beschikte en dat hij de nodige documentatie had om zijn verblijf te onderbouwen. Hij had een retourticket en hotelreserveringen voor zijn verblijf in Nederland en Parijs. De verweerder betwistte echter de betrouwbaarheid van de verzoeker en stelde dat deze bij de Koninklijke Marechaussee had verklaard dat hij naar Nederland was gekomen om te werken, wat niet overeenkwam met zijn visumaanvraag.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker geen bezwaar had ingediend tegen de intrekking van zijn visum en dat hij daarom terecht de toegang tot Nederland was geweigerd. De rechter concludeerde dat het administratief beroep geen redelijke kans van slagen had en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. J.A.B. Koens, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.