ECLI:NL:RBDHA:2018:13614

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2018
Publicatiedatum
14 november 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 1777
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 november 2018 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker met V-nummer [V-nummer]. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor verlenging van een verblijfsvergunning op humanitaire gronden, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Tevens was de verblijfsvergunning ingetrokken en was er een terugkeerbesluit opgelegd met een vertrektermijn van 28 dagen. De verzoeker heeft tegen het besluit van 28 februari 2018, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de rechtbank in een andere procedure met zaaknummer AWB 18/1775 het beroep ongegrond heeft verklaard. Hierdoor is niet langer voldaan aan het connexiteitsvereiste zoals neergelegd in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 18/1777
uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 november 2018 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoekster] , verzoekster, V-nummer [V-nummer] , mede namens

[verzoeker], verzoeker, V- [V-nummer]
(gemachtigde mr. L.J. Blijdorp),
tegen

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 28 november 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag voor verlenging van een verblijfsvergunning ‘humanitair tijdelijk’ afgewezen en de verblijfsvergunningen onder de beperking ‘tijdelijke humanitaire gronden’ c.q. ‘verblijf als familie- of gezinslid’ ingetrokken. Tevens is op 28 november 2017 een terugkeerbesluit met een vertrektermijn van 28 dagen opgelegd.
Bij besluit van 28 februari 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekers ongegrond verklaard.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en tevens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend ten einde de behandeling van hun beroep in Nederland af te mogen wachten.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep te bepalen dat uitzetting achterwege blijft, totdat op het beroep is beslist.
2. De rechtbank heeft heden het beroep in de procedure met zaaknummer
AWB 18/1775 ongegrond verklaard, zodat niet langer wordt voldaan aan het in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde connexiteitsvereiste.
3. Het verzoek zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. De voorzieningenrechter acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de rechtbank verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R. Kroon, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
9 november 2018.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.