ECLI:NL:RBDHA:2018:13903
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en inreisverbod voor Marokkaanse eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, met als argument dat Marokko als veilig land van herkomst wordt aangemerkt. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat hij vanwege economische en persoonlijke motieven Marokko had verlaten en dat hij daar regelmatig door de politie was mishandeld.
Tijdens de zitting op 30 oktober 2018 heeft eiser zijn standpunten toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat eiser geen documenten heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn identiteit en nationaliteit, waardoor zijn claims niet definitief konden worden vastgesteld. De rechtbank heeft de door eiser aangevoerde problemen in Marokko ongeloofwaardig geacht en geconcludeerd dat verweerder terecht heeft gesteld dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat in zijn specifieke geval Marokko niet als veilig kan worden beschouwd. De economische motieven voor zijn vertrek zijn niet relevant voor de asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd. Eiser is ook een inreisverbod van twee jaar opgelegd, wat de rechtbank eveneens als rechtmatig heeft beoordeeld. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.