ECLI:NL:RBDHA:2018:13914

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
23 november 2018
Zaaknummer
NL18.19340
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake de opheffing van de maatregel van bewaring in asielprocedure

Op 20 november 2018 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een man van Georgische nationaliteit, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. L.I. Siers, terwijl de verweerder werd bijgestaan door E. Staatman. De rechtbank constateerde dat in een eerdere uitspraak van 13 november 2018 een kennelijk gebrek was opgetreden. In die uitspraak was ten onrechte vermeld dat de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van 15 oktober 2018 werd bevolen. De rechtbank heeft dit gebrek hersteld en bepaald dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was geworden vanaf de afwijzing van de asielaanvraag op 15 oktober 2018.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank de eerdere beslissing aangepast. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en beval de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van de datum van de uitspraak. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser van € 2.320,-, en werd verweerder in de proceskosten van eiser veroordeeld tot een bedrag van € 1.252,50. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier, P.P. van Essen-van ‘t Ende, was aanwezig bij de uitspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.19340

hersteluitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,
geboren op [geboortedatum],
van gestelde Georgische nationaliteit,
gemachtigde: mr. L.I. Siers,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: E. Staatman.

Motivering

Het is de rechtbank gebleken dat op bladzijde 3 en 4 is vermeld dat de rechtbank de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van 15 oktober 2018 beveelt. Dit is niet juist gebleken. De rechtbank zal dit kennelijke gebrek herstellen op de hierna te melden wijze.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat rechtsoverweging 8 op bladzijde 3 van de uitspraak van 13 november 2018 wordt vervangen door:
8. Het beroep is gegrond en de maatregel van bewaring is vanaf de afwijzing van de asielaanvraag bij besluit van 15 oktober 2018 onrechtmatig geworden. De rechtbank beveelt de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van heden.

De rechtbank bepaalt dat Beslissing op bladzijde 4 van de uitspraak van

13 november 2018 wordt vervangen door:
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- beveelt de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van heden;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser

tot een bedrag van € 2.320,-, te betalen door de griffier;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.252,50.
De rechtbank te Den Haag beveelt de tenuitvoerlegging van de in deze uitspraak toegekende schadevergoeding tot een bedrag van € 2.320,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J. van Lochem, rechter, in aanwezigheid van P.P. van Essen-van ‘t Ende, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 november 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.