In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, betreft het een voegingsincident in een civiele procedure tussen de rechtspersoon naar vreemd recht, Adaptive Spectrum and Signal Alignment Incorporated (ASSIA), en verschillende gedaagden, waaronder Koninklijke KPN N.V. en Nokia Solutions and Networks Nederland B.V. ASSIA heeft een vordering ingesteld tegen KPN c.s. en heeft zich verzet tegen de voeging van Nokia in de hoofdzaak. Nokia heeft aangevoerd dat zij als leverancier van de door ASSIA aangevallen producten van KPN c.s. een groot belang heeft bij de uitkomst van de hoofdzaak, omdat een negatieve uitspraak gevolgen voor haar kan hebben. ASSIA heeft echter betoogd dat Nokia geen voldoende concreet belang heeft en dat de voeging zou leiden tot hogere kosten en procedurele ongelijkheid.
De rechtbank heeft de vordering van Nokia tot voeging toegewezen. De rechtbank oordeelde dat Nokia voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een belang heeft bij de procedure, aangezien zij aansprakelijk kan worden gehouden voor schade die KPN c.s. lijdt als gevolg van een eventueel inbreukverbod. De rechtbank verwierp het verweer van ASSIA dat de voeging zou leiden tot hogere kosten en procedurele ongelijkheid, en oordeelde dat de kosten van de procedure niet aan de toewijzing in de weg staan. ASSIA werd veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van Nokia op € 543,- werden begroot.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de procedure zal worden voortgezet volgens de bepalingen van de VRO-beschikking van 5 oktober 2018, waarbij Nokia op dezelfde momenten als KPN c.s. aan zet is in de procedure. De verdere beslissingen zijn aangehouden, en de rechtbank heeft de kosten van het incident aan de zijde van KPN c.s. op nihil gesteld.