Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
ProcesverloopBij besluiten van 7 november 2018 (hierna: de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
7 april 2015. Verweerder stelt terecht dat eiser vaag heeft verklaard over waarom hij in augustus 2016 onderzoek is gaan doen naar dit incident. Te meer gelet op het tijdsverloop tussen het incident en het moment waarop eiser stelt met zijn onderzoek te zijn begonnen. Eiser is verder vaag over wat het onderzoek inhield. De door eiser overgelegde notities bevatten enkel informatie die al in de door eiser overgelegde artikelen – waar hij zelf niet aan heeft meegewerkt en welke dateren van vóór zijn gestelde onderzoek – staat genoemd. Tot slot stelt verweerder niet ten onrechte dat eisers vage verklaringen hebben afgelegd over de aard van de bedreigingen die zij stellen te hebben ondervonden. Zo stelt eiser dat hij en zijn gezin overal en altijd door de politie werden gevolgd en lastig gevallen, maar is hij niet in staat gebleken om concrete voorbeelden te benoemen. Dat eisers stellen dat hun verklaringen passen in wat algemeen bekend is over de situatie van moslims in India, is onvoldoende om aan hetgeen hiervoor is besproken voorbij te gaan.