Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 januari 2018;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 5-6.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
18 (ACHTTIEN) MAANDEN;
12 (TWAALF) MAANDEN, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat veroordeelde:
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[benadeelde]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [benadeelde] een bedrag van € 200,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 22 oktober 2017 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
[benadeelde]gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
[benadeelde];
[benadeelde]de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij
[benadeelde]in zoverre doet vervallen;