ECLI:NL:RBDHA:2018:16114

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 mei 2018
Publicatiedatum
31 januari 2019
Zaaknummer
C/09/538964 / FA RK 17-6781
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en uitspreken van adoptie naar Nederlands recht van een minderjarige geboren in Israël

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2018 een beschikking gegeven inzake de adoptie van een minderjarige, geboren in Israël. Verzoekers, [Y] en [X], hebben op 1 september 2017 een verzoekschrift ingediend tot erkenning van de buitenlandse adoptie van de minderjarige, alsook tot het uitspreken van de adoptie naar Nederlands recht. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder berichten van de ambtenaar van de burgerlijke stand en de overgelegde geboorteakte van de minderjarige. Tijdens de zitting op 26 maart 2018 zijn verzoekers verschenen, terwijl de ambtenaar niet ter zitting is verschenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers de Nederlandse nationaliteit hebben en sinds 24 juli 2001 gezamenlijk op een adres in Nederland zijn ingeschreven. De adoptieprocedure in Israël is gestart, maar de rechtbank concludeert dat er geen formele adoptie heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de vraag beantwoord of er sprake is van een adoptie die onder het Haagse Verdrag valt of een buitenlandse adoptiebeslissing die voor erkenning in aanmerking komt. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers in Israël zijn benoemd tot voogd over de minderjarige, maar dat er geen adoptie is gerealiseerd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot adoptie naar Nederlands recht toegewezen, waarbij de namen van de minderjarige zijn vastgesteld en de geslachtsnaam is erkend. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de noodzakelijke gegevens voor de opmaak van een geboorteakte vastgesteld. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. H. Dragtsma, bijgestaan door griffier mr. M. Corver.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 17-6781
Zaaknummer: C/09/538964
Datum beschikking: 7 mei 2018

Adoptie en voornaamswijziging

Beschikking op het op 1 september 2017 ingekomen verzoekschrift van:

[Y] en [X] ,

verzoekers, dan wel verzoeker en verzoekster,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. R.G.J. Booij te De Meern, gemeente Utrecht.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage,

hierna: de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • het verzoekschrift;
  • het bericht van 2 oktober 2017 van de ambtenaar;
  • het bericht van 1 november 2017 met bijlagen van de zijde van verzoekers;
  • het bericht van 22 november 2017 van de ambtenaar;
  • het bericht van 13 december 2017 van de zijde van verzoekers.
Op 26 maart 2018 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekers, bijgestaan door hun advocaat. De ambtenaar is – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet ter zitting verschenen.

Feiten

  • Verzoeker is geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] .
  • Verzoekster is geboren op [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] .
  • Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit.
  • Verzoekers zijn met elkaar gehuwd op [H] 2007 te [huwelijksplaats] .
  • Verzoekers staan sinds 24 juli 2001 gezamenlijk op een woonadres in Nederland ingeschreven.
  • Verzoekers hebben het Ministerie van Justitie en Veiligheid op 2 maart 2014 toestemming verzocht tot opneming ter adoptie van één of twee buitenlandse kinderen, welke toestemming is verleend op 15 juli 2014. De toestemming is geldig tot 16 juli 2018.
  • Blijkens de door verzoekers overgelegde geboorteakte (‘birth certificate’) is geboren
  • Blijkens de Basisregistratie Personen (BRP) is [naam minderjarige na adoptie] geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , Israël en heeft deze minderjarige een onbekende nationaliteit. Zij staat sinds 10 mei 2016 ingeschreven op hetzelfde adres als verzoekers in Nederland.
  • Verzoekers zijn de ouders van het volgende minderjarige kind:

Verzoek

Het verzoek, zoals dat thans luidt, strekt ertoe dat de rechtbank:
  • de buitenlandse adoptie van de minderjarige door verzoekers erkent, danwel de adoptie naar Nederlands recht uitspreekt, alsmede, voor zover wordt aangenomen dat de uitgesproken adoptie een ‘zwak’ karakter zal hebben, bepaalt dat de zwakke adoptie naar Israëlisch recht wordt omgezet in een sterke adoptie naar Nederlands recht c.q. dat naar Nederlands recht tot gevolg heeft dat de oorspronkelijke familierechtelijke banden in het land van herkomst worden verbroken;
  • verstaat dat de minderjarige de geslachtsnaam “ [Y] ” zal hebben;
  • gelast dat de voornamen van de minderjarige worden gewijzigd in “ [naam minderjarige na adoptie] ” danwel te gelasten dat de in het land van herkomst al gewijzigde voornaam of voornamen als latere wijziging in de registers van de burgerlijke stand worden opgenomen;
  • de geboortegegevens van de minderjarige vaststelt en de inschrijving daarvan gelast.

Beoordeling

Rechtsmacht
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het onderhavige verzoek kennis te nemen.
Erkenning Israëlische adoptie
Verzoekers hebben verzocht om de adoptie van de minderjarige in Israël op grond van de buitenlandse uitspraak van 18 april 2016 door de familierechtbank Tel Aviv, Israël, Adoption file met nummer 30369-04-16, te erkennen. Bij deze uitspraak zijn de namen van de minderjarige gewijzigd van [minderjarige 1] in [naam minderjarige na adoptie] met opdracht aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Israël om een nieuw ID-nummer voor haar af te geven. Daarnaast is er de “Additional Guardianship Order” (Law of Legal Capacity and Guardianship, 5722 - 1962), opgemaakt op 17 april 2016 door The Family Court Tel Aviv District waarbij verzoekers zijn benoemd tot voogd over [naam minderjarige na adoptie] . Dit is geen uitdrukkelijke adoptiebeslissing, maar er valt wel uit af te leiden dat het een rechterlijke beslissing is die samenhangt met een adoption file en dat het gezag eerder is overgedragen aan een maatschappelijk werkster op grond van de Adoption Law. De rechterlijke beslissing is genomen in het kader van een door de Israëlische autoriteiten onderschreven adoptie of adoptieprocedure. Er is een adoptietraject gevolgd met inachtneming van de nationale en internationale regelgeving en met instemming van de bevoegde autoriteiten van Israël en Nederland, aldus verzoekers.
De ambtenaar stelt zich op het standpunt dat er geen adoptie in Israël tot stand is gekomen. Bij de stukken bevindt zich geen adoptiebeschikking, enkel een rechtelijke uitspraak op grond waarvan de namen van de minderjarige worden gewijzigd en waarbij het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Israël de opdracht krijgt aan de minderjarige een nieuw ID-nummer af te geven. Daarnaast is er een geboorteakte met de voornaam ‘ [minderjarige 1] ’. Het is voor de ambtenaar onduidelijk hoe de minderjarige de voornaam [naam minderjarige na adoptie] heeft gekregen in beide uitspraken. Als de naam [minderjarige 1] onjuist is op de geboorteakte, dan komt de geboorteakte niet in aanmerking voor registratie in de Nederlandse registers.
De rechtbank dient eerst de vraag te beantwoorden of in de onderhavige zaak sprake is van een adoptie ingevolge het Haagse Verdrag inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie van 29 mei 1993 (Haags Adoptieverdrag), dat zowel in Nederland als in Israël in werking is getreden waarbij de adoptie van rechtswege wordt erkend dan wel of er sprake is van een buitenlandse voor erkenning vatbare adoptiebeslissing zoals bedoeld in de artikelen 10:108 en 10:109 Burgerlijk Wetboek (BW).
Op grond van voornoemde stukken staat enkel vast dat verzoekers in Israël zijn benoemd tot voogd over de minderjarige. Tevens is uit de overgelegde stukken af te leiden dat de minderjarige met het oog op adoptie door verzoekers Israël heeft mogen verlaten. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat er weliswaar in Israël een begin is gemaakt voor een adoptie, maar dat geen adoptie heeft plaatsgevonden. De vraag of er in het buitenland een (al dan niet verdrags-)adoptie heeft plaatsgevonden wordt dan ook ontkennend beantwoord. De rechtbank zal het primaire verzoek afwijzen, zodat de rechtbank toe komt aan beoordeling van het subsidiaire verzoek.
Adoptie naar Nederlands recht
Ter beoordeling ligt thans voor het verzoek tot het uitspreken van de adoptie naar Nederlands recht.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank acht, gelet op voormelde feiten, voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het onderhavige verzoek kennis te nemen. Ingevolge artikel 10:105 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is het Nederlandse recht op het verzoek van toepassing, met dien verstande dat de vraag welke betekenis toekomt aan de toestemming van de biologische ouders van het kind, in beginsel wordt beantwoord naar de regels die het nationale recht van het kind daarover bevat.
Inhoudelijk
Voldaan moet worden aan de voorwaarden voor adoptie als bedoeld in de artikelen 1:227 en 1:228 BW.
Blijkens de overgelegde “Additional Guardianship Order” (Law of Legal Capacity and Guardianship, 5722 - 1962), opgemaakt op 17 april 2016 door The Family Court Tel Aviv District zijn verzoekers benoemd tot voogd over de minderjarige.
Bij de in het geding gebrachte stukken bevindt zich een kopie van een “Travel Document”, afgegeven op 19 april 2016 en op naam van de minderjarige. De rechtbank concludeert hieruit dat overeenkomstig het nationale recht van Israël is ingestemd met het vertrek van de minderjarige.
Verzoeker, geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] en verzoekster, geboren op
[geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] , zijn met elkaar gehuwd op [H] 2007 te
[huwelijksplaats] .
Verzoekers hebben tenminste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het adoptieverzoek met elkaar samengeleefd. Zij hebben de minderjarige op 10 mei 2016 in hun gezin opgenomen en hebben haar sindsdien derhalve gedurende ten minste één jaar verzorgd en opgevoed.
De biologische ouders van de minderjarige zijn niet opgeroepen, nu er van hen geen gegevens bekend zijn. Het is aannemelijk geworden dat de biologische ouders van de minderjarige niet of niet langer het gezag over de minderjarige hebben, gelet op voornoemde order van de rechtbank Tel Aviv van 17 april 2016.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 BW– voor zover in deze zaak van toepassing – is voldaan, waarbij mede in aanmerking is genomen dat voor de adoptie Beginseltoestemming van het Ministerie van Justitie is gegeven, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie toewijzen.
Namen
De namen van de minderjarige luiden volgens voornoemde Order van 18 april 2016 [naam minderjarige na adoptie] welke naamsvaststelling volgens artikel 10:19 BW dient te worden erkend in Nederland. De minderjarige behoudt haar bij deze Order verkregen geslachtsnaam [Y] die in de lijn van het bepaalde in artikel 1:5, achtste lid, BW ligt, gelet op het feit dat verzoekers reeds in familierechtelijke rechtsbetrekking staan tot [minderjarige 2] , een ouder uit Israël afkomstig adoptief kind, die de geslachtsnaam van verzoeker draagt.
Vaststelling geboortegegevens
Ten aanzien van de in Israël geboren minderjarige is geen voor inschrijving vatbare geboorteakte opgemaakt.
Verzoekers hebben als bewijzen en aanwijzingen wanneer en waar de geboorte moet hebben plaatsgevonden in het bijzonder overgelegd:
een “Birth Certificate”, opgemaakt op 1 juli 2015 door de Ministry of the Interior te Israël, relaterende de geboorte van [minderjarige 1] , van het vrouwelijk geslacht, op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , Israël, met ID-nummer [id nr 1] ;
voornoemd “Additional Guardianship Order” opgemaakt op 17 april 2016 door The Family Court Tel Aviv District, waarin verzoekers als voogd over de minderjarige [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2014, ID-nummer [idem als id nr 1] , zijn benoemd.
voornoemde “Order” (Children Adoption Law – 1981, Law of Legal Capacity and Guardianship, 1962 en Law of Names - 1956), opgemaakt op 18 april 2016 waarin is vermeld dat de namen van de minderjarige [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2014, gewijzigd worden in [naam minderjarige na adoptie] ;
het op 19 april 2016 afgegeven Israëlische “Travel Document” op naam van [naam minderjarige na adoptie] , waarin als geboortedatum is vermeld: [geboortedatum] 2014 en als geboorteplaats: Israël.
De rechtbank overweegt als volgt. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot de minderjarige niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte geboorteakte, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte geboorteakte. Het door verzoekers overgelegde Birth Certificate voldoet hier niet aan nu daarin als naam [minderjarige 1] is opgenomen en er geen stukken aanwezig zijn waarin deze naam wordt gewijzigd in een andere voornaam die gelinkt kan worden aan de minderjarige.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgehad.
De rechtbank beslist, gelet op artikel 1:25c lid 3 BW, als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van:
[naam minderjarige na adoptie] ,
geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] Israël.
door [Y] en [X] ;
stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
geslachtsnaam : [Y]
voornaam : [naam minderjarige na adoptie]
geboortedatum : [geboortedatum] 2014
geboorteplaats : [geboorteplaats] Israël
geslacht : vrouwelijk
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Dragtsma, kinderrechter, bijgestaan door mr. M. Corver als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 mei 2018.