ECLI:NL:RBDHA:2018:1765
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake hoger beroep en rechtsmiddelen in bestuursrechtelijke procedure
In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt ingegaan op een hoger beroep dat op 11 januari 2018 door de gemachtigde van eisers is ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank had in een eerdere uitspraak van 14 december 2017 ten onrechte vermeld dat tegen die uitspraak hoger beroep kon worden ingesteld. Dit leidde tot de noodzaak om de uitspraak te herstellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen de huidige uitspraak, waarmee de eerdere fout wordt gecorrigeerd.
De zaak betreft een bestuursrechtelijke procedure waarin eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.C.M. van der Mark, zich hebben gewend tot de rechtbank tegen de minister van Buitenlandse Zaken, vertegenwoordigd door mr. N.H.T. Jansen. De rechtbank heeft op 18 januari 2018 de hersteluitspraak gedaan, waarbij de rechter mr. C. van Boven-Hartogh de uitspraak heeft gedaan in aanwezigheid van griffier mr. J.A.B. Koens. De beslissing is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.
De rechtbank benadrukt dat tegen deze hersteluitspraak geen rechtsmiddel openstaat, waarmee de rechtszekerheid voor de betrokken partijen wordt gewaarborgd. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de noodzaak onderstreept om zorgvuldig om te gaan met de vermelding van rechtsmiddelen in uitspraken.