ECLI:NL:RBDHA:2018:2113
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om medenaturalisatie wegens gevaar voor openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2018 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om medenaturalisatie door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1999 en van Turkse nationaliteit, had een werkstraf van 38 uren opgelegd gekregen wegens een misdrijf. De Staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen op grond van ernstige vermoedens dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, zoals bepaald in de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij ten onrechte niet in bezwaar is gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser korter dan vier jaar voor de naturalisatie aan zijn vader het Nederlanderschap is verleend, een taakstraf heeft uitgevoerd en dat dit leidt tot het vermoeden dat hij een gevaar vormt voor de openbare orde. De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de individuele omstandigheden van eiser, zoals zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij sindsdien niet meer met de politie in aanraking is gekomen, niet voldoende zijn om van het beleid af te wijken. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.