Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2018 in de zaak tussen
[naam] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
interim measure) kunnen worden gevolgd. Nu Zwitserland de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de in Nederland ingediende asielaanvraag heeft aanvaard, staat de hiervoor beschreven rechtsgang voor eiser (opnieuw) open. Dat eiser geen eerlijk proces zou krijgen en dat hij geen effectief rechtsmiddel zou hebben, als bedoeld in artikel 6 en 13 van het EVRM, bij overdracht aan Zwitserland, wordt niet gevolgd. Verweerder heeft in dit verband ook terecht verwezen naar het arrest van het EHRM [8] in de zaak M.O. tegen Zwitserland. Uit dat arrest blijkt niet dat de Zwitserse asielprocedure niet deugdelijk is. Daarin is voorts overwogen dat twijfels over de effectiviteit van de nationale rechtsgang niet voldoende zijn om deze niet te benutten [9] .