In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een AIO-aanvulling ontving, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De Svb heeft de AIO-aanvulling van eiseres herzien en ingetrokken per 1 april 2008, omdat eiseres volgens de Svb haar inlichtingenplicht heeft geschonden door niet te melden dat zij vermogen in het buitenland had. Eiseres had op verschillende formulieren aangegeven geen onroerende zaken in het buitenland te bezitten, maar uit onderzoek bleek dat zij een perceel met woningen in Suriname had, dat op naam van een stichting stond waarvan zij de oprichter was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet aan haar inlichtingenplicht heeft voldaan, waardoor het recht op AIO-aanvulling niet kon worden vastgesteld. Eiseres heeft betoogd dat zij geen beschikking meer had over het vermogen, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldoende bewijs had geleverd om dit te onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en veroordeelde de Svb tot vergoeding van de proceskosten van eiseres. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenplicht bij het ontvangen van sociale uitkeringen.