Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 januari 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 10 mei 2017, waarbij de rechtbank een comparitie van partijen heeft gelast;
- de akte overlegging producties zijdens Tuin van Noord van 28 november 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 november 2017 en de daarin genoemde stukken.
dataroom’ vragen te stellen aan de notaris. In deze dataroom bevond zich het Biedbook met de daartoe behorende bijlagen. Daarnaast konden alle deelnemers vragen stellen over de inhoud van het Biedboek of over andere aspecten van de verkoopprocedure. Deze vragen en de antwoorden daarop werden aan de dataroom toegevoegd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
aanvaard” in de feitelijke staat, waarin het zich ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bevond. Ten slotte neemt de rechtbank nog in aanmerking dat, zoals de Staat terecht heeft opgemerkt, in de koopovereenkomst geen specifieke bestemmingsclausule - zoals bijvoorbeeld “bestemd om te worden gebruikt als woning” - is opgenomen, hetgeen onderschrijft dat de aanvaarding van het verkochte als bedoeld in artikel 3 niet is beperkt tot een bepaalde bestemming en het verkochte, anders dan Tuin van Noord stelt, niet die specifieke eigenschappen (voor het gebruik als woongebouw en kantoorgebouw) hoeft te bezitten. Tuin van Noord heeft geen, althans onvoldoende, feiten en omstandigheden gesteld die de rechtbank tot een andere uitleg van artikel 3 van de akte van levering aanleiding geven. Nu het primaire verweer van de Staat slaagt, moeten de vorderingen van Tuin van Noord worden afgewezen.