ECLI:NL:RBDHA:2018:3164
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en inreisverbod. Eiseres, een vreemdeling met V-nummer [V-nummer], had op 1 mei 2017 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 29 maart 2017 was genomen. Dit besluit hield een terugkeerbesluit in, inclusief een inreisverbod voor de duur van twee jaar. Eiseres was niet verschenen op de zitting van 11 januari 2018, maar haar gemachtigde heeft later betoogd dat de termijn voor het instellen van beroep verschoonbaar was, omdat eiseres pas op 26 april 2017 op de hoogte was gesteld van het terugkeerbesluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep niet tijdig was ingediend, maar heeft geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Dit was gebaseerd op het feit dat eiseres niet tijdig op de hoogte was gesteld van het besluit. De rechtbank heeft vervolgens de gronden van het terugkeerbesluit beoordeeld. Eiseres voerde aan dat zij recht had op een vertrektermijn van één tot zeven dagen, omdat zij zich vrijwillig had gemeld bij de autoriteiten en contact had gezocht met het Marokkaanse consulaat. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris op juiste gronden het terugkeerbesluit en het inreisverbod had opgelegd, omdat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk was binnen vier weken na verzending van de uitspraak.