ECLI:NL:RBDHA:2018:3227
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Meijers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Cubaanse homoseksueel en travestiet wegens onvoldoende zwaarwegende problemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Cubaanse eiser die homoseksueel is en zich als travestiet heeft gekleed. De eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op basis van de stelling dat hij in Cuba te maken heeft gehad met ernstige problemen vanwege zijn seksuele geaardheid en uiterlijke verschijning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van de eiser geloofwaardig zijn, evenals zijn seksuele geaardheid en de problemen die hij heeft ondervonden. Echter, de rechtbank oordeelt dat de door de eiser ervaren problemen niet van een zodanig gewicht zijn dat hij in aanmerking komt voor vluchtelingenstatus. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet is aangetoond dat de eiser bij terugkeer naar Cuba een reëel risico loopt op vervolging of dat zijn leven daar onhoudbaar is geworden. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder de verwijzing naar landeninformatie en rapporten van mensenrechtenorganisaties, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag terecht heeft afgewezen als ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.