ECLI:NL:RBDHA:2018:3328

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 maart 2018
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
C/09/548179 / JE RK 18-367
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Loenhoud
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

Op 12 maart 2018 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Het verzoekschrift was ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop op 15 februari 2018. De minderjarige, geboren in 2006, heeft een problematische achtergrond met verwaarlozing, huiselijk geweld en wisselende opvoeders. Haar moeder is in 2012 overleden, en sindsdien heeft zij op verschillende plekken gewoond. De pleegouders, die als voogden zijn benoemd, hebben aangegeven dat zij de minderjarige constant in de gaten moeten houden vanwege haar problematische gedrag, waaronder seksueel overschrijdend gedrag en agressie. De pleegmoeder heeft verklaard dat de minderjarige haar problemen erkent en graag geholpen wil worden.

De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en heeft kennisgenomen van de instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper, die de minderjarige kort tevoren heeft onderzocht. De kinderrechter concludeert dat de veiligheid van de minderjarige en anderen niet langer gewaarborgd kan worden binnen het pleeggezin of op de open behandelgroep van Horizon Jeugdzorg. De kinderrechter oordeelt dat er sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. Daarom is de opname in een gesloten accommodatie noodzakelijk om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de jeugdhulp onttrekt.

De kinderrechter verleent een machtiging voor de opname van de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van 12 maart 2018 tot 12 september 2018. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd & Bopz
Zaaksgegevens: C/09/548179 / JE RK 18-367
Datum uitspraak: 12 maart 2018

Beschikking van de kinderrechter

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 15 februari 2018 ingekomen verzoekschrift van:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop(hierna te noemen: het college),
betreffende:
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. C. Arslaner te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[pleegouders] ,

hierna te noemen: de pleegouders,
wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de instemmingsverklaring van 22 februari 2018 van een gedragswetenschapper als bedoeld
in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren
heeft onderzocht.
Op 12 maart 2018 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- mevrouw [A] en mevrouw [B] , namens het college;
- mevrouw [C] , namens Horizon Jeugdzorg;
- mevrouw [pleegmoeder] (de pleegmoeder);
- de advocaat van [minderjarige] , mr. C. Arslaner.

Feiten

- De pleegouders zijn benoemd tot voogden over [minderjarige] .
- [minderjarige] verblijft feitelijk op een behandelgroep van Horizon Jeugdzorg.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige] toe te voegen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot machtiging [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van zes maanden. Het college heeft, blijkens de stukken en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht, het volgende aan het verzoek ten grondslag gelegd. [minderjarige] heeft in de eerste jaren van haar leven te maken gehad met verwaarlozing, huiselijk geweld en wisselende opvoeders. Haar moeder is in 2012 overleden en [minderjarige] heeft op verschillende plekken gewoond. De pleegouders moeten [minderjarige] constant in de gaten houden. [minderjarige] vertoont seksueel overschrijdend gedrag, scheldt veel, kan heel boos worden en de pleegouders dan duwen of schoppen. Hoe meer de pleegouders haar hierin begrenzen, hoe meer [minderjarige] tegen deze grenzen aan schopt. Met name vanwege haar grenzeloze gedrag en haar seksueel overschrijdend gedrag kan haar veiligheid én de veiligheid van anderen niet langer gewaarborgd worden binnen het pleeggezin of op de open behandelgroep van Horizon.
De pleegmoeder heeft aangegeven dat [minderjarige] haar problemen erkent en graag geholpen wil worden. De pleegouders hopen dat [minderjarige] op korte termijn de begrenzing en verzorging krijgt die zij nodig heeft.
Mr. Arslaner heeft, namens [minderjarige] , eveneens ingestemd met het verzochte.

Beoordeling

De kinderrechter overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat het verzoek tot machtiging [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp de instemming heeft van de gezaghebbende ouders. Nu derhalve sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6.1.2, derde lid, onder c, van de Jeugdwet, is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet vereist.
De kinderrechter overweegt dat [minderjarige] in haar leven al veel heeft meegemaakt en wisselende woonplekken heeft gekend. Zij vertoont seksueel overschrijdend en zelfbepalend gedrag. Uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper volgt bovendien dat [minderjarige] onveilig is gehecht, een posttraumatische stressstoornis heeft, aandachtsproblemen laat zien en moeite heeft met haar emotieregulatie. De behandelgroep van Horizon Jeugdzorg waar [minderjarige] thans verblijft, kan de veiligheid van [minderjarige] niet langer kan waarborgen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Een gesloten setting biedt [minderjarige] de nodige duidelijkheid, structuur en voorspelbaarheid. De kinderrechter acht de geslotenheid noodzakelijk om de veiligheid van [minderjarige] te kunnen waarborgen en haar de behandeling te kunnen geven die zij nodig heeft.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 12 maart 2018 tot 12 september 2018.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Loenhoud, kinderrechter, in tegenwoordigheid van E.G. Nuboer als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2018.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.