Op 12 maart 2018 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Het verzoekschrift was ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop op 15 februari 2018. De minderjarige, geboren in 2006, heeft een problematische achtergrond met verwaarlozing, huiselijk geweld en wisselende opvoeders. Haar moeder is in 2012 overleden, en sindsdien heeft zij op verschillende plekken gewoond. De pleegouders, die als voogden zijn benoemd, hebben aangegeven dat zij de minderjarige constant in de gaten moeten houden vanwege haar problematische gedrag, waaronder seksueel overschrijdend gedrag en agressie. De pleegmoeder heeft verklaard dat de minderjarige haar problemen erkent en graag geholpen wil worden.
De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en heeft kennisgenomen van de instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper, die de minderjarige kort tevoren heeft onderzocht. De kinderrechter concludeert dat de veiligheid van de minderjarige en anderen niet langer gewaarborgd kan worden binnen het pleeggezin of op de open behandelgroep van Horizon Jeugdzorg. De kinderrechter oordeelt dat er sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. Daarom is de opname in een gesloten accommodatie noodzakelijk om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de jeugdhulp onttrekt.
De kinderrechter verleent een machtiging voor de opname van de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van 12 maart 2018 tot 12 september 2018. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.